Tijdens het fin de siècle (circa 1870-1914) ontstond een moderniteitskritiek die in het teken stond van de verheffing van de geest en de afkeer van het positivistische wetenschapsideaal, op basis van het argument dat de wetenschap en de samenleving onder invloed van het rationalisme ontgeestelijkt waren geraakt. Om de mensheid voor cultureel verval te behoeden, zou volgens de Nederlandse schrijver, psychiater en sociaal hervormer Frederik van Eeden (1860-1932) in de eerste plaats de vermeende innerlijke vervreemding een halt toegeroepen moeten worden. Van Eeden theoretiseerde de volgens hem overheersende invloed van het onbewuste op het bewustzijn. Het ‘onbewuste-Ik’ diende volgens Van Eeden als opslagplaats waarbinnen de nuttigheidservaringen van vorige generaties zouden worden omgezet tot een gevoelsmatig goed en kwaad, waardoor een morele evolutie ten goede voor de gehele mensheid tot de mogelijkheden zou moeten behoren. Volgens Van Eeden moest men tevens persoonlijk een innerlijke evolutie nastreven, waarbij het gevoel moest gaan prevaleren boven het verstand, het goddelijke boven het dierlijke en het onbewuste boven het bewuste. Een zelfnarratief is een schriftelijke of mondelinge weergave van gebeurtenissen, waarbij de lezer zich inhoudelijk gesteld ziet tegenover het ‘Ik’, of het ‘Zelf’, als schrijvend en beschrijvend subject. Het zelfnarratief biedt geen volledig inzicht in het Ik of het collectief waartoe het behoort. Het zelfnarratief biedt wel als onderdeel van een breder bronnenpakket de mogelijkheid om een genuanceerde voorstelling te krijgen van de constructie en de veranderlijkheid van het Ik binnen een sociale context. Ik zal onderzoeken op welke manier Van Eeden zijn Ik definieerde en herdefinieerde, afhankelijk van de specifieke tijd en het beoogde publiek. Wat waren de verwachtingspatronen, normen en waarden waaraan Van Eeden zich te conformeren had of zich juist verzette? Ik zal twee verschillende soorten van Van Eedens zelfnarratieven met elkaar vergelijken. Van Eedens dagboek is mijn hoofdbron, zijn persoonlijke correspondentie gebruik ik als vergelijkend materiaal. Ik zal mij bij de analyse van het dagboek en de persoonlijke correspondentie van Van Eeden beperken tot de jaren 1885-1890, de tijd waarin Van Eeden de eerder genoemde theorie van het dubbel-Ik introduceerde. Dit is tevens de betrekkelijk korte periode in Van Eedens leven waarin hij psychiatrisch werk publiceerde. Hoe verhoudt de zelfrepresentatie van Frederik van Eeden (1860-1932) in zijn gepubliceerde dagboek zich tot die in zijn persoonlijke correspondentie met zijn medeschrijvers bij De Nieuwe Gids (1885-1890), en hoe zijn eventuele verschillen te verklaren? Hoe verhoudt de zelfrepresentatie van Van Eeden in de verschillende vormen van zelfrepresentatie zich tot zijn moderniteitskritiek?

,
M.B. Klerk, R.J. Adriaansen
hdl.handle.net/2105/32512
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

K. van der Poel. (2015, September 19). Frederik van Eedens innerlijke evolutie: een analyse van zijn zelfnarratieven (1885-1890). Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/32512