Vanaf 1857 handelt de Rotterdamse firma Kerdijk & Pincoffs in de Nederlandse koloniën aan het tegenwoordige Ghana en de monding van de Niger in West Afrika, en in het gebied rondom de monding van de Congo-rivier en het noorden van Angola in Zuidwest-Afrika. Vanaf 1869 gaat Kerdijk & Pincoffs op in de naamloze vennootschap de Afrikaansche Handelsvereeniging die de handel in Afrika overneemt. Het belangrijkste handelsproduct van Kerdijk & Pincoffs is palmolie. Na de afschaffing van de slavenhandel wordt palmolie het belangrijkste handelsproduct van de voormalige Afrikaanse slavenkusten. De handel in palmolie zal een belangrijke rol spelen in de opkomst van het imperialisme en de verdeling van Afrika door de Europese koloniale machten in 1885. In de gevestigde literatuur wordt Kerdijk & Pincoffs een succesvolle en groeiende handelsonderneming genoemd. In 1879 blijkt de slechte staat van het bedrijf echter verdoezeld te zijn door jarenlange fraude, en blijkt de firma een enorme schuld te hebben. De handel in palmolie in de negentiende eeuw wordt echter als zeer winstgevend beschouwd. De tegenstelling tussen de weergave van een voortvarende firma in een winstgevende handel en de slechte staat van het bedrijf en de enorme schuld komt naar voren in de meeste literatuur, maar wordt zelden benoemd of uitgewerkt. In de onderzoeken waarin de tegenstalling wel aan de orde komt wordt zelfs de drogreden gebruikt dat als de handel niet winstgevend zou zijn, er niet zo veel Europese handelsfirma’s actief zouden zijn in Afrika. Het gevestigde verhaal van de voortvarende handelsfirma wordt telkens overgenomen, en komt het zelfs naar voren in gerenommeerde werken als The Cambridge History of Africa. Uit nader onderzoek blijkt echter dat deze weergave niet strookt met de werkelijkheid. Primaire bronnen geven een veel negatiever beeld van zowel de handel van Kerdijk & Pincoffs als de handel in palmolie. De handel in palmolie wordt bemoeilijkt door de aard van de handel, de hoge concurrentie en de bescherming door koloniale overheden. Kerdijk & Pincoffs heeft hierdoor veel moeite en kan slechts met moeite het hoofd boven water houden. Om aandeelhouders aan te trekken wordt veel moeite gedaan om de zaken er zo goed mogelijk uit te laten zien. Uiteindelijk leidt dit tot fraude van de directeurs. De zoektocht naar de oorzaak van deze tegenstelling leidt naar één centrale bron die door bijna elke auteur zonder kritiek is overgenomen: Afrikaansche Studien. Koloniaal bezit en particuliere handel op Afrika’s westkust van Robidé van der Aa uit 1871. In dit werk wordt de Afrikaansche Handelsvereeniging een voortvarende handelsfirma genoemd. Van der Aa baseert zich echter op cijfers die hij direct van de frauderende directeurs zelf gekregen heeft. Hieruit blijkt het belang van een kritische blik op de literatuur en de bronnen. Zonder deze kritische blik kan onjuiste informatie jarenlang overgenomen worden en een onjuist beeld van de geschiedenis weergeven.

, , , , , , , , , ,
E.M. Jacobs, J.A. Baggerman
hdl.handle.net/2105/34933
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

N. Joosse. (2016, July 27). Afrikaanse Droom. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/34933