Deze masterthesis gaat over het de vraag wat het karakter van een wetenschappelijke theorie is. Tevens wordt onderzocht wat een theorie ons vertelt over de werkelijkheid. Er zijn in de wetenschapsfilosofie drie stromingen die een antwoord formuleren op de vraag wat het karakter van een theorie is. De syntactici stellen de logica centraal en hun kennis van de werkelijkheid baseren ze op het empirisme (onze kennisbron is de waarneming). De semantici vormen de tweede groep, zij verdedigen het standpunt dat een theorie uit een collectie modellen bestaat, waarbij een model opgevat worden als een wiskundige structuur. Het uitgangspunt van kennis bij deze visie is naast het empirisme ook het realisme (de termen in de beweerzinnen verwijzen naar entiteiten). De derde categorie die een metatheorie beschrijft is de structuur-visie van Muller. Dit is eigenlijk een soort synthese van de andere twee opvattingen. In de structuur-visie wordt gezegd dat de werkelijkheid bestaat uit structuur (d.i. structuralisme). Voorts worden kritieken op de verschillende visies besproken en geeft de auteur zijn voorkeur aan de structuur-visie.

prof. dr. F.A. Muller, dr. S. van Tuinen
hdl.handle.net/2105/35425
Erasmus School of Philosophy

Ruud Vermeulen. (2016, August 31). Structuren in de filosofie van de wetenschap. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/35425