De manier waarop we in Nederland over zorg denken is veranderd. We zien het krijgen van zorg als vanzelfsprekend. De mogelijkheden op medisch gebied zijn ook steeds groter geworden en onze wensen en eisen houden daar gelijke tred mee. Met de uitbreiding van het zorgstelstel zijn de overheidskosten sinds het begin van deze eeuw gestegen. De overheid is in 2006 begonnen met een grootschalige hervorming van de zorg om meer grip te krijgen op de zorgkosten. Op 1 januari 2015 zijn de Wmo 2015 (Wet maatschappelijke ondersteuning) en de Wlz (Wet langdurige zorg) van kracht geworden. Deze wetten scheiden de budgetten voor wonen en zorg. Uit de nieuwe wetgeving vloeit voort dat mensen minder snel een indicatie krijgen voor een plaats in een verzorgings- of verpleeghuis. Ook zijn de kosten van een woonvoorziening voor een verblijf in een verzorgings- of verpleeghuis daar niet automatisch meer bij ingecalculeerd. Het gevolg is dat mensen met een zorgvraag langer zelfstandig blijven wonen en de zorg die eventueel nodig is thuis wordt ontvangen. Ouderen vormen de grootste groep die de gevolgen ondervinden van het langer zelfstandig blijven wonen.

Het Rijk heeft de uitvoering van Wmo 2015 aan gemeenten opgedragen vanuit het standpunt dat de zorg het best dicht bij de mensen die het betreft geregeld kan worden. De ontwikkeling dat met name ouderen met een zorgvraag langer zelfstandig blijven wonen heeft echter ook gevolgen voor de manier waarop woningcorporaties met hun bezit om moeten gaan. De woningcorporatie is voor de gemeente van oudsher een belangrijke partner. De woningcorporatie wordt geacht mee te denken over de opgaven. Dient ouderen een woning te bieden waar zij de zorg die zij nodig hebben kunnen ontvangen. Dient oplossingen te vinden voor de specifieke woningproblematiek die de zorg voor ouderen met een lichamelijke of psychische beperking met zich meebrengt en voor te sorteren op de vraag naar een voldoende geschikte voorraad in de toekomst.

Dit onderzoek richt zich op de manier waarop de woningcorporatie en de gemeente de nieuwe wetgeving implementeren en hoe zij samen invulling geven aan de gedachte van de wetgever dat burgers langer zelfstandig blijven wonen en dat zij daarin door medeburgers worden ondersteund. De centrale vraag van dit onderzoek luidt: Op welke manier implementeren woningcorporatie en gemeente de wetgeving die beoogt dat ouderen met een zorgvraag langer zelfstandig blijven wonen? Het doel van het onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de praktijk van de woningcorporatie die in verschillende contexten met de gemeente aan deze opgave werkt. Zodoende moet dit onderzoek aanknopingspunten bieden die kunnen bijdragen aan het maken van afspraken over de huisvesting van ouderen met een zorgvraag.

Oel, Dr. C.J. van (Clarine), Flier, Drs. C.L. van der
hdl.handle.net/2105/36061
Master City Developer
Erasmus School of Economics

Meurs, M. van (Marjon). (2016, July 8). Samen gaan voor zilver. Master City Developer. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/36061