‘Mensen dit is een unieke krant. Er gaat iets gebeuren. Let op. Nu gaan we spijkers met koppen slaan!!!’. Dit in het oog springende citaat stond op 17 september 1965 op de voorpagina van de allereerste Hitweek. Deze krant, geschreven door jeugd voor jeugd, was halverwege de jaren zestig een opmerkelijke verschijning. De opvallende vormgeving en de controversiële inhoud zorgden ervoor dat de haren van veel ouderen recht overeind gingen staan. Het blad was volgens hen een tijdschrift voor langharig werkschuw tuig, dat liever gisteren dan vandaag moest worden verbannen. Hitweek verzette zich hiertegen; het wilde ‘een eigen alles voor iedereen’. Het blad werd populair onder jongeren uit het gehele land, maar dat ging niet zonder slag of stoot. De spanningen tussen de vooroorlogse- en naoorlogse generatie kwamen in Hitweek duidelijk naar voren. Jongeren uitten in het blad veel kritiek op ouderen: de vooroorlogse generatie en de gevestigde orde. Hitweek profileerde zich als een progressief en vernieuwend blad. Jongeren bevestigden hun onafhankelijkheid erin door zich los te maken van de manier waarop hun ouders hadden geleefd. Dit kwam onder meer tot uiting in de aandacht voor nieuwe muziekgenres (beat) en modetrends (lang haar), in het taalgebruik (fonetisch) en in de vernieuwende grafische vormgeving. Hiermee leek sprake te zijn van een uiting van een nieuw begin en een breuk met het verleden, maar het verleden werd ook gebruikt om de eigen positie te legitimeren; bijvoorbeeld bij het construeren van de eigen identiteit. In het kader van de discussies over lang haar publiceerde Hitweek een afbeelding waarop de lange pijpenkrullen van Johann Sebastian Bach werden verweven met Elvis Presley, een icoon van de nieuwe jeugd. Omdat veel jongeren boos en verontwaardigd waren over de kritiek van ouderen op hun kapsel, gebruikte Hitweek in dit geval het verleden als middel om de eigen positie te legitimeren. Daarnaast werden modetrends uit de jaren dertig in Hitweek op een voetstuk geplaatst en gebruikt om de eigen, ‘vernieuwende’ identiteit vorm te geven. Om zicht te krijgen op hoe een deel van de jongeren in de jeugdcultuur van de jaren zestig omging met het verleden, is het blad Hitweek (1965-1969) onderzocht. De manier waarop het verleden in het heden werd ingezet, de gecreëerde relatie tussen het heden en verleden en de historische periodes waarnaar verwezen werd, stonden hierbij centraal. De uitkomsten van dit onderzoek problematiseren het beeld dat in historiografie over de jaren zestig bestaat over een progressieve en vernieuwende naoorlogse generatie die op zoek ging naar een eigen, van ouderen onafhankelijke jeugdcultuur. De aversie bij jongeren tegen de manier waarop oudere generaties hadden geleefd, bleek niet hand in hand te gaan met een algemene afkeer van hun verleden. Het verleden werd, zo blijkt uit dit onderzoek, zowel positief als negatief gebruikt door jongeren bij de vorming van een identiteit. Het verleden werd gebruikt als een instrument om kritiek te uiten, maar óók als een instrument om de eigen identiteit te verrijken.

, , , , , ,
H.B. Harmsen, D. van Lente
hdl.handle.net/2105/36119
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

T.P. Thiemann. (2016, October 12). Moderne jeugd in een historisch jasje?. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/36119