In een tijd waar religieuze dogmatiek en metafysische geloofsartikelen inboeten aan overtuigingskracht staat de mens met lege handen. De wetenschappelijke geest hield niets staande: de fundamenten van de zinvolle wereld werden weggeslagen. In de Geboorte van de tragedie ontmaskert Nietzsche zowel de metafysische troost, het optimistische geloof in de Voorzienigheid, als de wetenschappelijke geest die de wereld in wetten dwingt om haar te temmen en begrijpelijk te maken. De wetenschap kan de religie niet vervangen als zingevingsmechanisme. Maar daarom hoeven we ons menszijn nog niet te betreuren: in de verte lonkt de kunst met de belofte van een nieuwe wereld.