Publieke figuren zijn vandaag de dag in Nederland en in andere westerse landen niet meer weg te denken uit het journalistieke vakgebied en de vele verschillende massamedia. Binnen een menselijk ‘frame’ worden brede (actuele) nieuwsonderwerpen concreet gemaakt doordat bekende en tegenwoordig ook veel onbekende personen als ‘exemplars’ fungeren. Er bestaan echter geen specifieke historische studies naar de opkomst van de publieke persoon als nieuwsonderwerp, oftewel het bredere journalistieke fenomeen ‘human interest’ in Nederland. In het bijzonder is er door historici nauwelijks aandacht besteed aan de wortels van het Nederlandse vraaggesprek. In deze scriptie worden daarom de methoden van vier vroegere human interest- journalisten onderzocht met behulp van zes zogenaamde ‘literaire interviews’ uit het tijdschrift Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift (1891-1940), de voorganger van de tegenwoordige Elsevier en één van de pioniers op het gebied van vraaggesprekken. In mijn thesis staat de volgende onderzoeksvraag centraal: wat waren de kenmerken van de human interest- journalistiek in Nederland tussen 1893 en 1907 en hoe komen deze in portretterende interviews uit Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift tot uiting? De kenmerken van de door mij geanalyseerde ‘portretterende’ interviews kunnen meer inzicht geven in de vroege ontwikkeling van de nu dominante human interest- journalistiek en daarom ook in de Nederlandse eind-negentiende- en begin-twintigste-eeuwse journalistiek in het algemeen. Op basis van secundaire literatuur wordt er op nationaal en internationaal niveau ingegaan op verschillende processen binnen de geschiedenis van de moderne journalistiek, zoals de beginperiode van New Journalism in de Verenigde Staten en de gevolgen van de afschaffing van het Dagbladzegel in Nederland. Daarnaast krijgt de opkomst van de celebritycultuur de aandacht en worden de internationaal gerichte theorieën hierover (van onder meer Charles L. Ponce de Leon, Daniel J. Boorstin en Leo Braudy) gebruikt om de ontwikkeling van de publieke persoon als nieuwsonderwerp in een Nederlandse context te plaatsen. De perspectieven van de interviewers, die in de navertelde vraaggesprekken van Elsevier’s sterk tot uitdrukking werden gebracht, staan in de bronnenanalyse van mijn onderzoek centraal en dienen als instrument om de interviewstijl, de aandacht voor de publieke persoon en de constructie van zijn of haar publieke persoonlijkheid te onderzoeken. Uit de vergelijkingen tussen de concrete kenmerken van de interviews, het theoretisch kader en de historiografie concludeer ik dat er in Nederland aan het einde van de negentiende eeuw een wisselwerking ontstond tussen de populair wordende (auto)biografie en de ontwikkeling van de zelfstandige, creatieve en geïnteresseerde journalist. Het autobiografische ooggetuigenverslag, oftewel het persoonlijke verhaal van de verslaggever als onderdeel van zijn nieuws, werd gecombineerd met het geschreven portret van de publieke figuur, waardoor de human interest- journalistiek in Nederland op een experimentele wijze gestalte kreeg.

, , , , , , , , ,
A.J. Baggerman, M.F. van Dijck
hdl.handle.net/2105/39328
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

T. Suijkerbuijk. (2017, September 22). Portretten en publieke figuren. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/39328