Door het aangaan van het akkoord van Parijs is door 155 landen de afspraak gemaakt om de wereldwijde temperatuurstijging in 2050 niet meer dan 2 graden Celsius mag toenemen, ten opzichte van het pré-industriële niveau. Naar aanleiding van deze afspraken zijn de Europese en Nederlandse doelstellingen bijgesteld in het verlagen van de CO2-emissie, wat neer komt op een verlaging van 80% - 95% in 2050, ten opzichte van 1990. De ontwikkelingen zullen een grote inpact hebben op de Rotterdamse haven, door de grote van het petrochemisch cluster binnen het havengebied. Doordat het Havenbedrijf Rotterdam door haar huurinkomsten en havengelden afhankelijk is van het petrochemisch cluster, is het belangrijk dat zij gebruik maakt van haar mogelijkheden als havenautoriteit om de transitie richting decarbonisatie in de haven in te zetten. De stappen die zij al heeft genomen worden langs het theoretische transitie management gelegd, waarbij er wordt gekeken welke principes en problemen er door het Havenbedrijf Rotterdam worden herkend. Uiteindelijk wordt er een beoordeling gegeven van het aanpassingsvermogen van het Havenbedrijf Rotterdam en gekeken op welke manier zij gebruik zou kunnen maken van haar functie als landlord, regelgever, exploitant of cluster manager.

, ,
M.R. van der Horst
hdl.handle.net/2105/39526
Business Economics
Erasmus School of Economics

B. den Daas. (2017, August 31). De Effecten van het Akkoord van Parijs op de Rotterdamse Havenindustrie. Business Economics. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/39526