Bij volwassenen is gebleken dat niet alleen het conditioneren met angstopwekkende stimuli maar ook het conditioneren met walgingsopwekkende stimuli kan resulteren in angst. In dit experiment werden kinderen blootgesteld aan dierenogen die gekoppeld werden aan een walgingsopwekkende stimulus (poep) of een positieve stimulus (ijs). De angst voor deze ogen werd gemeten voor en na deze koppeling. Vervolgens werden de ogen herhaaldelijk getoond zonder deze koppeling (extinctiefase). De ogen werden als enger beoordeeld na de koppeling aan poep en als minder eng na de koppeling aan ijs, al was dit effect vrij zwak. Dit evaluatieve conditioneringseffect verdween niet helemaal na de extinctiefase. Vervolgens is er gekeken of algemene angstigheid, neuroticisme of walgingsgevoeligheid dit conditioneringseffect konden voorspellen. Walgingsgevoeligheid bleek als enige variabele een voorspellende waarde te hebben. Deze bevindingen lijken te suggereren dat conditionering met walgingsopwekkende stimuli een rol lijkt te spelen bij het ontstaan van angst voor dieren bij kinderen.

, , ,
Muris, P.E.H.M., Mayer, B.N.
hdl.handle.net/2105/4045
Psychology
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Kros, L. (2007, June 18). Is een dier dat poep eet enger? Evaluatieve conditionering bij kinderen.. Psychology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4045