Distress en pijn werd bij 45 kinderen (uit het Focus Onderzoek; Generation R Onderzoek) van veertien maanden onderzocht tijdens een bloedafname. Doel: het verschil onderzoeken tussen de invloed die het distress- en copingbevorderend gedrag van enerzijds de ouder en anderzijds de verpleegkundige heeft op de distress en pijn van een kind. Vraagstellingen waren: “verschillen ouders ten opzichte van verpleegkundigen in de hoeveelheid coping- en distressbevorderend gedrag?” en “verschilt de invloed op de pijn en distress van het kind, wanneer de ouder distress- en copingbevorderend gedrag vertoont dan wanneer de verpleegkundige dat gedrag vertoont?”. De aangepaste versie van de CAMPIS-SF meet de distress van het kind en het distress- en coping bevorderend gedrag van de ouder en verpleegkundige, de VAS meet de pijn van het kind. Resultaten: De ouders toonden significant meer distressbevorderend gedrag dan de verpleegkundigen. Verpleegkundigen toonden daarentegen significant meer copingbevorderend gedrag dan de ouders. Noch de ouder noch de verpleegkundige had significant meer invloed met respectievelijk het distress- en copingbevorderend gedrag op de pijn en distress van het kind.

, , , , ,
Schenk, J.J.A.M., Muris, P.E.H.M.
hdl.handle.net/2105/4102
Psychology
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Zandee, E. (2007, June 21). Distress en pijn bij kinderen: het gedrag van de ouder en verpleegkundige tijdens een bloedafnameprocedure.. Psychology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4102