Het doel van deze Master Thesis is om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de theorie en inzichten in de relatie tussen de leiderschapsstijl multiplier en de besluitvormingslogica effectuation en causation. Tevens is de relatie van deze constructen met financiële performance gelegd. In deze Thesis staat de vraag centraal: Welke relatie heeft de leiderschapsstijl multiplier met de financiële performance van Accountmanagers binnen lokale Rabobanken en kan deze relatie verklaard worden middels de gehanteerde besluitvormingslogica van de Accountmanagers? Het onderzoek is middels kwantitatief methodes uitgevoerd onder Accountmanagers van lokale Rabobanken, omdat hier veel kenniswerkers actief zijn. De grootste uitdaging voor de komende decennia is om de productiviteit van kenniswerkers te vergroten. Effectuation is het proces, waarbij uit een set van middelen, de focus ligt op het selecteren van mogelijke effecten uit deze set van middelen. Causation is het proces om een vooraf gesteld doel of effect te creëren, door het planmatig selecteren van middelen om het doel of effect te realiseren (Sarasvathy, 2001). Verschil zit in het controleren van de toekomst en het voorspellen van de toekomst middels plannen. Effectuation lijkt in meer turbulente omgevingen - waar meer onzekerheid aanwezig is - tot betere performance te leiden. Het soort leiderschap wat nodig is om de flow van enthousiasme te laten ontstaan om de principes van effectuation in de praktijk te kunnen brengen is die van een multiplier (Blekman, 2015). Liz Wiseman en Greg McKeown hebben onderzocht hoe managers een flow van enthousiasme weten te creëren om zo het maximale uit medewerkers te halen en daarmee de capaciteit tot 2 keer kunnen vergroten. Om financiële performance te kunnen gebruiken als vergelijk in het effect van de constructen is de RAROC gebruikt. In de systematiek van RAROC wordt rekening gehouden met de omstandigheden binnen een bank zoals opbouw portefeuille over geografische of sectorale concentraties of de gewenste kredietwaardigheid (rating) van de creditbalans. RAROC zet het verwachte resultaat af als een percentage van Economic capital. Het construct effectuation is gemeten middels een gevalideerde vragenlijst van Chandler (2011). De resultaten geven weer dat in onderhavig onderzoek het construct effectuation onvoldoende validiteit weergeeft om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Tevens zijn de gestelde hypotheses statistisch niet significant, waardoor de hypotheses niet aangenomen mogen worden. Ondanks in dit onderzoek de veronderstelde relaties niet empirisch onderbouwd worden, zijn wel de nodige inzichten en leermomenten – learnings – ontstaan. Een oorzaak waarom het construct effectuation onvoldoende validiteit weergeeft ligt in de context waarin de vragenlijst is uitgezet. Doordat de context van onderhavig onderzoek zodanig anders is dan waarin de voorgaande onderzoeken zijn uitgevoerd, vonden de items onvoldoende aansluiting met de praktijk. Learning uit deze situatie is om goed te toetsen welke impact de context heeft op de validiteit van een vragenlijst. Zo nodig dient contextafhankelijk een vragenlijst ontwikkeld te worden, die aansluiting vindt met de dagelijkse praktijk waarin de respondenten actief zijn. Dit toetsen is mogelijk door de vragenlijst vooraf in de populatie uit te zetten en uit te zoeken hoe de vragen geïnterpreteerd worden, alvorens het onderzoek groter uit te voeren. Verder onderzoek naar het fenomeen multiplier is noodzakelijk omdat deze leiderschapsstijl een zodanige grote impact heeft op de capaciteit van kenniswerkers, dat deze manier van leidinggeven noodzakelijk is om als onderneming op de lange termijn te kunnen overleven in de steeds dynamischer wordende omgeving. Deze dynamischere en turbulentere omgeving creëert de noodzaak om de toekomst beter te kunnen controleren in plaats van voorspellen. De besluitvormingslogica van effectuation zal daarom in mijn visie een steeds urgentere positie innemen. Bij veel bedrijven in de Westerse samenleving zijn de interne oriëntaties dominant, waardoor er de uitdaging ligt om middels co-creatie evolutionaire stappen v te zetten. Managers zullen zich bewust moeten zijn dat in elke oriëntatie krachten en valkuilen aanwezig zijn om als multiplier of diminisher te acteren. Daarom is een balans tussen deze oriëntaties nodig. Multipliers weten uit elke oriëntatie de krachten te gebruiken en niet in de valkuilen te stappen. De interne oriëntaties zijn voornamelijk gericht op de besluitvormingslogica causation en de externe oriëntaties raken voornamelijk de principes van effectuation. Verder onderzoek is noodzakelijk om de relaties en samenhang empirisch te toetsen.

,
hdl.handle.net/2105/41270
New Business: Innovation & Entrepreneurship
RSM: Parttime Master Bedrijfskunde

De invloed van multipliers op de besluitvormingslogica van algemene banken. (2017, June 30). De invloed van multipliers op de besluitvormingslogica van algemene banken. New Business: Innovation & Entrepreneurship. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/41270