Dit onderzoek is tot stand gekomen met betrokkenen bij Stichting Kunstzinnige Vorming (SKVR) waar ik eveneens werkzaam ben als directiesecretaris. Van oudsher is SKVR een Rotterdamse publieke voorziening die de culturele vorming van de Rotterdamse bevolking bevordert en talentontwikkeling stimuleert. Net als vele andere kunstencentra in het land, kreeg SKVR in de afgelopen jaren te maken met bezuinigingen en politieke druk. De positie van lokale centra voor de kunsten ‘als vanzelfsprekende spil’ in het aanbod voor actieve kunstbeoefening raakte omstreden. Onder invloed van het New Public Management denken omarmde de overheid een meer bedrijfsmatige aanpak in de uitvoering van haar publieke taken. Overheden trokken zich terug op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en lieten het buitenschoolse kunsteducatie aanbod steeds meer over aan de vrije markt. Drempels voor commerciële aanbieders om toe te treden tot de cultuursector werden hiermee verlaagd. Andersom werden culturele instellingen gestimuleerd in ‘cultureel ondernemerschap’ en konden toetreden tot commerciële terreinen om terugloop in inkomsten te compenseren. Daarnaast gingen overheden strikter toezien op de besteding van het subsidiegeld in kwantitatieve termen en moedigde daarnaast versterking van het bestuur en intern toezicht van non-profit organisaties aan (governance). Dit maakte dat culturele organisaties hun missie en organisatiewijze radicaal wijzigden met het oog op efficiëntie, ondernemerschap, vernieuwing en wendbaarheid. In februari 2016 formuleerde SKVR een nieuwe koers voor de cultuurplanperiode 2017-2020: Kunst maakt verschil. Met deze koers beoogt de organisatie om kunst- en cultuureducatie meer toegankelijk te maken voor kinderen en jongeren in wijken die laag scoren op de sociale index. Dit zijn doelgroepen waar kunstbeoefening niet vanzelfsprekend voor is, die doorgaans minder te besteden hebben, minder dan gemiddeld participeren in georganiseerde activiteiten en daarmee moeilijker te bereiken zijn. Deze koers richt zich primair op een extern maatschappelijk doel waarbij er sprake is van nauwe betrokkenheid van diverse stakeholders. Met deze nieuwe koers wenst SKVR een maatschappelijke publieke dienstverlenende organisatie te zijn die een bijdrage wil leveren aan de leefbaarheid van de stad en inclusiviteit wil bevorderen door middel van kunst. In de huidige wijze van organiseren is SKVR vormgegeven in een procesgerichte matrixorganisatie, waarbij het primaire proces ondersteund wordt met systemen. Door bezuinigingen, politieke druk en de focus op efficiëntie zijn de werkzaamheden steeds verder gerationaliseerd en gestandaardiseerd. SKVR raakte in toenemende mate meer systeemgedreven georiënteerd met de blik naar binnen gericht om de continuïteit van de organisatie te waarborgen, oftewel intern georiënteerd. De nieuwe koers daarentegen vraagt om een externe oriëntatie, flexibiliteit en een meer maatwerkgerichte aanpak, oftewel een contextgedreven organisatiewijze. Vraag is hoe SKVR een balans kan vinden in een systeemgedreven en contextgedreven werkwijze, passend bij de oriëntaties en daaruit voortkomende betekenisgeving van medewerkers teneinde effectief te kunnen zijn in het realiseren van haar sociaal maatschappelijke doelen? In dit onderzoek staat beleving, betekenisgeving en interpretatie centraal van betrokkenen werkzaam bij SKVR. Hierbij onderken ik een ‘meervoudige werkelijkheid’ die gevormd wordt door individuen en de definitie die zij aan de situatie geven. Het idee van een sociaal geconstrueerde werkelijkheid is gebaseerd op het sociaal constructionistisch onderzoeksparadigma. Van daaruit is dit onderzoek aangevlogen als meest passende (contextgedreven) vorm van onderzoek ten aanzien van het probleem. Als interactieve onderzoeker heb ik getracht om processen van verbinding en dialoog te faciliteren en het geven van inzicht in de meerstemmigheid in de organisatie middels uitgevoerde praktijkhandelingen en een responsieve, verhalende onderzoeksbenadering en -representatie van bevindingen. Het werk van Van Dinten & Schouten 4 (2011) hanteerde ik hierbij als theoretisch hoofdwerk om oriëntaties en betekenisgeving in de organisatie inzichtelijk te maken en om te kunnen benoemen van wat ik waarneem. Vanuit dat overzicht kan je zien welke mix aan oriëntaties in welke omgeving floreert en hoe je effectief een bijdrage kunt leveren aan je omgeving.

hdl.handle.net/2105/41732
Management van Verandering
RSM: Parttime Master Bedrijfskunde

Demelza Werner. (2016, October 15). Inzicht in meervoudigheid Hoe oriëntaties en betekenisgeving bijdragen aan effectief maatschappelijk ondernemen. Management van Verandering. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/41732