Inzetbaar zonder Rolconflict: Wie wel en wie niet?

In deze thesis wordt een theoretisch model voor werknemers en zelfstandig ondernemers getoetst waarin de relatie tussen werk-privé balans, inzetbaarheid en werktijdflexibiliteit wordt onderzocht. Vanuit de rolconflictbenadering wordt verwacht dat deze relatie voor verschillende groepen anders uitpakt. Op basis van bestaande literatuur lopen vrouwen en mensen in de leeftijdscategorie 30 tot 45 jaar eerder tegen rolconflicten aan dan andere leeftijdsgroepen. Interactie-effecten van gender en leeftijd op het verband tussen werktijdflexibiliteit en werk-privé balans worden onderzocht. De factoren dienstjaren en dienstverband worden meegenomen in het theoretisch model dat door middel van analyses met behulp van PROCESS (Hayes,2012) getoetst wordt. Nederlandse tweeverdieners zijn geselecteerd uit de 6th European Working Conditions Survey (EWCS) 2015. De werk-privé balans kan niet als geldige mediatie beschouwd worden voor het verband tussen werktijdflexibiliteit en inzetbaarheid, terwijl het directe verband voor werknemers wél significant en positief is. Werktijdflexibiliteit draagt dus positief bij aan de inzetbaarheid die Nederlandse werknemers ervaren. Uit dit onderzoek blijkt tevens dat vrouwen en fulltimers werkzaam als zelfstandige een lagere werk-privé balans ervaren. Hetzelfde geldt voor mensen uit de spitsleeftijdsgroep en fulltimers. Verder biedt dit onderzoek inzicht in het ontstaan van rolconflicten en de gevolgen hiervan en kan het een bijdrage leveren aan verder onderzoek.