Sinds het einde van de jaren tachtig maakt het rechts-extremisme een opmars in het Nederlandse politieke bestel. In 1994 piekte de Centrumdemocraten met drie Tweede Kamerzetels, een schijntje van het latere politieke succes van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) en de Partij Voor de Vrijheid (PVV). In dit onderzoek is onderzocht of deze partijen geschaard kunnen worden onder de noemer van rechts-extremisme, en of media-aandacht en -framing van invloed waren op deze discrepantie in succes. Uit de analyse blijkt de LPF het gematigst (rechts-populistisch), gevolgd door de PVV (rechts-radicaal / rechts-extremistisch) en tot slot de CD (rechts-extremistisch). Met behulp van de frames van Semetko & Valkenbrug (2000) en Roggeband & Vliegenthart (2007), valt te concluderen dat er weinig verschil in gebruikte media-frames is: veelal de morality en attribution of responsibility frames. Wel is er een beduidend verschil in toon gevonden: De krantenartikelen omtrent de CD waren in algemene zin negatiever dan de artikelen over de LPF of de PVV. Daaruit concludeer ik dat radicalere partijen minder media-aandacht genereren, en dat deze aandacht negatiever van aard is.

, , , , , ,
E.H. Steenvoorden, J. Harambam
hdl.handle.net/2105/41945
Sociology
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Loon, I. van. (2017, June 18). Rechts-extremisme in politiek Nederland. Sociology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/41945