Samenvatting Concernvorming in de Nederlandse gezondheidszorg is een relatief nieuw begrip. Door middel van het vormen van concerns denken zorgorganisaties hun performance te verbeteren; maar is dit zo? In het bedrijfsleven doet concernvorming zich al langer voor. Onderzoek naar de performance van deze concerns is al veelvuldig uitgevoerd, waardoor er in deze sector meer bekend is over de meerwaarde van concerns en op welke wijze tot verbeterde performance wordt gekomen. Kan de Nederlandse gezondheidszorg hier iets van leren? De probleemstelling van deze scriptie luidt dan ook:”Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de wijze waarop concerns in het bedrijfsleven en de Nederlandse gezondheidszorg tot hun performance komen?”. Organisaties behalen hun performance op verschillende vlakken. De meest genoemde soorten performance zijn: financiële performance, environmental performance, kwaliteitsperformance, corporate social performance, customer performance, interne performance, innovatieve of lerende performance en harde en zachte performance. Uit de bedrijfsliteratuur blijkt dat er verschillende wijzen zijn waarop in concerns tot een verbeterde performance, op verschillende vlakken, kan worden gekomen. De eerste determinant die in het bedrijfsleven wordt genoemd is die van de vergroting van schaal. Schaalvergroting leidt tot: economies of scale, scope, quality en power. De tweede determinant die de bedrijfsliteratuur aandraagt als meerwaarde van concernvorming is de rol van de concernleiding. Het toekennen van een concernleiding biedt de voorwaarden om de zorgverlening en bedrijfsvoering vanuit één oogpunt aan te sturen, los van de operationele sturing. Een derde genoemde wijze waarop tot een verbeterde performance wordt gekomen is de organisatiestructuur van een concern. Zij moet aangepast zijn aan de doelen die het concern stelt. Door middel van het afnemen van interviews en het analyseren van documenten van drie Nederlandse zorgconcerns, heeft er een spiegeling plaats kunnen vinden tussen het bedrijfsleven en de Nederlandse gezondheidszorg betreffende de behaalde performance en de wijze waarop zij tot stand is gekomen. In de zorgconcerns zijn vele overeenkomsten, maar ook verschillen met de wijze waarop concerns in het bedrijfsleven tot hun performance komen. Deze overeenkomsten en verschillen zijn in zijn geheel uiteengezet in tabel 3 (pagina 51). De onderzochte cases zijn door hun strategie tot concernvorming beter in staat hun continuïteit te waarborgen. In deze strategie zijn er een aantal dingen die de Nederlandse gezondheidszorg kan leren van het bedrijfsleven. Door een vergroting van schaal kunnen zorgconcerns ten eerste beter reageren op veranderingen in de markt en overheidsregulatie, doelmatiger werken en makkelijker in nieuwe en groeiende productmarkten opereren. Een beter zicht op de kostenstructuur en het meer gebruik maken van marketing zijn hierbij belangrijk. Ten tweede is het toekennen van een strategische top belangrijk om duidelijke doelen te kunnen stellen. En ten derde geeft decentralisatie van de organisatiestructuur een groter competitief vermogen, welke belangrijk is in marktwerking. Echter zijn er ook beperkingen in het lerende vermogen. Deze beperkingen zijn: de mate van overheidsregulering, maatschappelijk belang, financiële structuur en interne verschillen. De vergelijkbaarheid gaat hierdoor niet geheel op. De Nederlandse zorgsector moet daarom kritisch blijven naar inzichten uit de bedrijfsliteratuur.

, , ,
Fabricotti, I.N., Scholten, G.R.M.
hdl.handle.net/2105/4351
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Beurskens, P.H.M. (2007, August 9). Performance van concerns in de zorg. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4351