Samenvatting De zorg rondom zwangerschap en geboorte in Nederland is uniek. Als één van de weinige westerse landen hebben vrouwen met een normaal verlopende zwangerschap de keuze om thuis te bevallen of in het ziekenhuis. De basisfilosofie hiervoor is dat zwangerschap, bevalling en kraamtijd in beginsel fysiologische gebeurtenissen zijn, die in de eerstelijn plaats kunnen vinden. Het belang van samenwerking in de verloskundige zorg neemt steeds meer toe en krijgt vorm in al dan niet geformaliseerde samenwerkingsverbanden. Het doel is te komen tot een optimale zorgverlening voor de cliënt en betere verloskundige uitkomsten. De stadsregio Rotterdam kent slechtere verloskundige uitkomsten ten opzichte van de rest van Nederland. Zo blijkt er bijvoorbeeld sprake te zijn van een hoge perinatale sterfte (14,5‰ versus 11,5‰ in de rest van Nederland), slechte sociaal economische omstandigheden van de Rotterdamse populatie, een groot aantal overplaatsingen van de eerste naar de tweede lijn durante partu (67%), en een toegenomen druk op de verloskamercapaciteit in de stad. Daarnaast is het bekend dat allochtone bevolkingsgroepen minder of geen gebruik maken van kraamzorg. Deze uitkomsten kunnen alleen verbeteren als er een nauwe samenwerking tot stand komt tussen eerste en tweedelijns partners in de verloskundige zorg. Het Erasmus MC, Kraamzorg Rotterdam e.o. B.V. en de verloskundige maatschappen West en Oost willen gezamenlijk een geboortecentrum oprichten, aanpalend aan de verloskundige unit binnen locatie Sophia van het Erasmus MC. Het geboortecentrum krijgt vorm in de oprichting van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en zal de naam dragen Geboortecentrum Rotterdam. Het doel is te komen tot een samenhangende en doelmatige organisatie van de eerstelijns verloskundige zorg. In het geboortecentrum kunnen vrouwen met een normaal verlopende zwangerschap onder leiding van hun eigen verloskundige bevallen en/of de kraamtijd doorbrengen. Wanneer het medisch noodzakelijk is, kan de vrouw worden overgedragen naar de tweedelijn en neemt het Erasmus MC de bevalling over. In dit onderzoek is onderzocht welke invloed de Mededingingswet (Mw) heeft op de oprichting van het geboortecentrum. De probleemstelling van het onderzoek luidt: Wat zijn de mededingingsrechtelijke gevolgen van de oprichting van de B.V. Geboortecentrum Rotterdam? Om de probleemstelling te beantwoorden is gekeken naar de werkingssfeer en het toepassingsbereik van de Mededingingswet. Hiertoe is beoordeeld of de betrokken partijen ondernemingen zijn in de zin van de Mw, of het concentratietoezicht van toepassing is en onder welke voorwaarden. Daarnaast zijn vragen aan de orde geweest over de 5 relevante productmarkt en de relevante geografische markt. Deze vragen zijn van belang om te beoordelen wat de gevolgen van de concentratie zullen zijn voor de mededinging op de relevante markt. Tot slot is gekeken naar wat de invloed is van de invoering van de Wet Marktordening Gezondheidszorg en recente ontwikkelingen in het veld in casu de oprichting van het Geboortecentrum Rotterdam. Uit het onderzoek blijkt dat de oprichting van het Geboortecentrum Rotterdam valt onder de werkingssfeer van de Mededingingswet. De oprichting van het Geboortecentrum is aan te merken als een concentratie in de zin van artikel 27 lid 1 Mw. Hierin gaat het om de totstandbrenging van een gemeenschappelijke onderneming. Daarnaast zijn ook de omzetdrempels uit artikel 29 Mw van toepassing. Dit betekent dat het concentratietoezicht van toepassing is op de casus. Om te beoordelen of de concentratie is toegestaan, moet deze gemeld worden aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De NMa ziet er op toe dat de mededinging op de Nederlandse markt niet wordt beperkt, verhinderd of vervalst. Hiertoe zijn de gevolgen van de concentratie voor de relevante markt onderzocht. Binnen dit onderzoek is sprake van de markten voor eerstelijns verloskundige zorg en kraamzorg. De markt voor eerstelijns verloskundige zorg is af te bakenen als een lokale of regionale markt. De markt voor kraamzorg is af te bakenen als een bovenregionale of landelijke markt. Binnen de scope en looptijd van het onderzoek was het niet mogelijk een exacte afbakening van de markten te geven op basis van economische analyses, hiertoe is wel een schatting gemaakt op basis van de beschikbare gegevens. De gevolgen van de concentratie voor de relevante markt zijn vooralsnog gering te noemen, zo lijken de gevolgen voor de mededinging om diverse redenen beperkt te blijven. Uit eerdere besluiten van de NMa blijkt bijvoorbeeld dat er geen toetredingsdrempels zijn tot de markt voor kraamzorginstellingen. Daarnaast wordt elke verloskundige in principe toegelaten tot het geboortecentrum, zijn er meerdere geboortecentra op korte termijn in oprichting en dragen ook ontwikkelingen in het veld er toe bij dat er sprake is van voldoende restconcurrentie. Mede door de invoering van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG) en daarmee de oprichting van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) per 1 oktober 2006, is er sprake van een nieuwe toezichthouder in de zorg. De NZa zal naast de NMa een zienswijze geven over de voorgenomen concentratie. Zij ziet er op toe dat partijen in de zorg eerlijk met elkaar concurreren en dat marktwerking zal bijdragen aan de borging van de publieke belangen toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg.

Buijsen, M.A.J.M., Hermans, H.E.G.M.
hdl.handle.net/2105/4353
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Boelaars, S. (2007, May). Vruchtbare samenwerking in de verloskundige zorg. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4353