Inleiding; Consultvoering vormt de kern van een arts-patiëntrelatie en daarmee de communicatie tussen arts en patiënt. Goede vaardigheden in consultvoering zijn essentieel. De kwaliteit van communicatie en de arts-patiëntrelatie staan momenteel erg onder druk. In dit onderzoek is dieper ingegaan op de communicatie tussen arts en patiënt. Hiervoor zijn consulten tussen 32 patiënten en 4 oncologen van het MCRZ geanalyseerd. Theoretisch kader; Kwaliteit is niet op één manier te definiëren. Donabedian (1988) onderscheid kwaliteit van de gezondheidszorg in structuur, proces en uitkomst. In dit onderzoek is ingegaan op de kwaliteit van het proces en met name de relationele kwaliteit tussen arts en patiënt. Om de relationele kwaliteit te operationaliseren is dit onderscheiden in drie kenmerken van communicatie (Informatie, Emoties en Besluitvorming). Methoden; De onderzoeksdata is verzameld d.m.v. het opnemen van consulten tussen oncologen en hun patiënten op audiotape. De consulten zijn met behulp van het RIAS, de Global Affect schaal en de Proficiency Checklist geanalyseerd. Vervolgens zijn er verschillende toetsen uitgevoerd. Resultaten (RIAS); Oncologen gebruiken meer instrumentele communicatie dan affectieve communicatie. Tijdens de consulten wordt veel informatie gegeven en worden veel gesloten vragen gesteld. Het stellen van open vragen, het uitspreken van verwachtingen en het faciliteren en sturen en counselen van de patiënt komen relatief weinig voor. Emotionele uitingen en een sociaal praatje komen eveneens weinig voor. Positieve uitingen komen wel geregeld voor tijdens een consult. Er is een samenhang geconstateerd tussen de diagnose enerzijds en de hoeveelheid gekregen informatie en het aantal malen dat een patiënt wordt gefaciliteerd door de arts anderzijds. Tussen de artsen onderling zijn verschillen geconstateerd op het gebied van vragen stellen, informatie verstrekken en zich emotioneel uiten. Patiënten blijken maar weinig aan het woord te zijn tijdens het consult. Er wordt geregeld informatie gegeven en een gesloten vraag gesteld door patiënten. Open vragen worden minder vaak gesteld. Emotionele en sociale uitingen komen maar weinig aan de orde. Het blijkt dat het per oncoloog afhankelijk is hoeveel gesloten vragen patiënten stellen en of patiënten een sociaal praatje maken. Resultaten (Global Affectschaal); De oncologen zijn nauwelijks geïrriteerd, nerveus of angstig geweest tijdens de consulten. Ze waren vriendelijk en geïnteresseerd. Bij de patiënten was de range over de stemmingen meer verspreid. Tussen de oncologen onderling is een verschil in nervositeit tijdens de consulten geconstateerd. Een aantal stemmingen van de oncologen bleek van invloed te zijn op het gebruik van de affectieve en instrumentele communicatie van de oncologen en de patiënten. Dit bleek ook voor patiënten te gelden. De stemming van de patiënt was op sommige aspecten eveneens van invloed op de communicatie van arts en patiënt. Resultaten (Proficiency Checklist); Vanuit de Proficiency Checklist kan worden verklaard dat de oncologen van het MCRZ niet alle punten van informatie vertellen aan hun patiënten. Conclusie en discussie; De patiënt krijgt erg veel informatie, die waarschijnlijk niet allemaal kan worden onthouden. Emoties van de patiënt komen niet elk consult evenveel aan bod. Ook gezamenlijke besluitvorming komt niet altijd voor tijdens een consult. De arts-patiëntrelatie is nog te paternalistisch. De relatie moet meer richting wederkerigheid gaan. Er bestaat dus nog een frictie tussen werkelijke en wenselijke communicatie. Beperkingen zijn: de afwezigheid van normen, relatief kleine populatie en selectie van patiënten. Aanbevelingen; Om communicatie te beoordelen is het opstellen van normen voor de meetinstrumenten van belang of dient onderzoek te worden gekoppeld aan een tevredenheidsonderzoek. Tevens verdient het aanbeveling een onderwijsprogramma voor artsen te ontwikkelen om bewustzijn van emoties en gezamenlijke besluitvorming te creëren.

, , ,
Goossensen, M.A., Vries, G. de
hdl.handle.net/2105/4367
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Fister, A. (2007, June 13). Samenspraak. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4367