Decubitus, ook wel doorliggen genoemd, komt nog erg vaak voor binnen zorginstellingen. Het ontstaan van decubitus is een graadmeter van de kwaliteit van zorg. Het programma Zorg voor Beter geeft de komende jaren extra aandacht aan de kwaliteit van zorg. Het verbetertraject Decubitus wil een daling van de prevalentie c.q. incidentie bij de deelnemers aan de projecten met 50 % realiseren. Aan het programma hebben in totaal 20 pilotafdelingen meegedaan. Het doel van dit onderzoek is te onderzoeken of er een relatie is tussen de mate van de implementatie van veranderingen in de zorg en de klinische uitkomsten en cliënttevredenheid. In deze scriptie wordt een proces- en een effectevaluatie uitgevoerd. De benodigde gegevens voor deze evaluatie zijn gehaald uit een databestand van het Landelijk Expertisecentrum Verpleging en Verzorging (LEVV) met gegevens over prevalentie, incidentie en risico-inventarisatie van de nul en eindmeting, de plannen van aanpak van de pilotafdelingen, 20 interviews met cliënten en 7 ingevulde vragenlijsten aan de projectleiders. Als onderdeel van de procesevaluatie wordt voor de verbeterteams in kaart gebracht of de deelnemende afdelingen een protocol opstellen, een knelpunteninventarisatie houden, een gedetailleerd actieplan opstellen en in welke mate de geplande maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd. Als onderdeel van de effectevaluatie worden verder de resultaten van de uitkomstindicatoren (incidentie c.q. prevalentie en cliënttevredenheid) onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat alle pilotafdelingen het project goed hebben voorbereid. Uit dit onderzoek blijkt echter verder dat de geplande maatregelen slechts ten dele door de pilotafdelingen zijn uitgevoerd. Geconcludeerd wordt dat 8 van de 20 deelnemende pilotafdelingen de doelstelling (daling van 50% in prevalentie of incidentie) behalen. De verbeterteams hebben ten opzichte van de landelijke trend een forse verbetering gerealiseerd in de afname van de prevalentie van decubitus. Of de genoemde resultaten toe zijn te schrijven aan de genomen maatregelen is echter niet statistisch vast te stellen als gevolg van een te kleine steekproef. Ondanks de geringe mate van implementatie van de preventieve maatregelen, blijkt de incidentie en prevalentie aanzienlijk gedaald te zijn. Hoewel het registratiesysteem en het toepassen van de preventieve maatregelen nog niet helemaal geïntegreerd zijn in de dagelijkse zorg, lijkt de toegenomen aandacht tezamen met de toegenomen kennis van zorgverleners verantwoordelijk voor de behaalde resultaten. Er kan dan ook geconcludeerd worden dat het Zorg voor Beter project Decubitus de kwaliteit van decubituszorg lijkt te verbeteren. Verder wordt er een hoge tevredenheid van de cliënten over de geleverde zorg geconstateerd. Er kan echter geen uitspraak gedaan worden of deze hoge tevredenheid veroorzaakt wordt door de deelname van de afdelingen aan het Zorg voor Beter traject. Er is namelijk geen vergelijking gedaan met niet deelnemende afdelingen.

, , ,
Strating, M.M.H., Bal, R.A.
hdl.handle.net/2105/4381
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Kleppe, N. (2007, August). "Druk met Tegendruk". Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4381