Uit het onderzoek naar de regionale energiestransitie van de woningvoorraad in West-Brabant komen drie vormen van netwerksamenwerkingsverbanden naar voren, die een bijdrage leveren aan de regionale energiestransitie van de woningvoorraad. Netwerken die bijdragen aan kennisdeling en bewustwording van nut en noodzaak van de energiestransitie; netwerken die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en uitvoering van een smart grid; en netwerken die door adaptie van de bestaande woningvoorraad en infrastructuur in de gebouwde omgeving het mogelijk maken om aan te sluiten op- en draagvlak te vormen voor- een dergelijk smart grid. Netwerksturing in de regionale energietransitie van de woningvoorraad vindt op verschillende manieren plaats in West-Brabant. Naarmate de (gedeelde) belangen groter worden, en de vrijblijvendheid verminderd, verschuift de netwerksturing naar georganiseerde vormen als leiderorganisatienetwerk en onafhankelijk netwerkmanagement. Bewustwording, kennisdeling en de verbindende relatie tussen de regionale initiatieven vormen de grootste aandachtpunten, is de conclusie van dit onderzoek. De klimaatverandering is actueel en breed maatschappelijk vraagstuk. In alle sectoren van de Nederlandse samenleving raakt men doordrongen van de nut en noodzaak om onze consumptie van fossiele brandstoffen te vervangen. Gebruik van hernieuwbare en duurzame energie moet de CO₂uitstoot te verminderen om aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord in Parijs, een CO₂-neutrale samenleving in 2050, te kunnen voldoen. Zo ook in de sector gebouwde omgeving. Dit onderzoek richt zich op de regionale energiestransitie van de woningvoorraad. Enerzijds door het verlagen van de energievraag door transformatie (adaptie) van de woningvoorraad. Anderzijds door ontwikkeling en realisatie van een alternatief voor energievoorziening via het centrale lineaire energiesysteem op basis van fossiele brandstoffen, een smart grid: een slim en decentraal energiesysteem op basis van duurzame en hernieuwbare opwek, opslag en distributie van energie. De complexiteit en de omvang van de opgave, en de impact op onze infrastructuur en ruimtegebruik maakt, dat regionale samenwerking noodzakelijk is. De manier van samenwerken is onderwerp van dit onderzoek; de onderzoeksvraag luidt: Onder welke netwerksamenwerkingscondities wordt er in West-Brabant tussen stakeholders samengewerkt aan regionale energietransitie in de woningvoorraad (en hoe krijgt dat gestalte)? De aanpak van het onderzoek bestaat uit een kwalitatief casestudy met twee embedded cases. De empirische bevindingen uit interviews met 19 respondenten afkomstig van met actoren uit twee onderzoeksgebieden, de subregio’s Brabantse Wal en Breda zijn geanalyseerd. Bevindingen uit deskresearch en analyse van 6 samenwerkingsverbanden uit de subregio’s zijn gereflecteerd aan afgeleide kernbegrippen uit de theorieën van netwerksturing uit de literatuur. Aanbevelingen voor beleidsadviseurs en andere regio’s zijn: Organiseer een onafhankelijke regionale kennis- en adviescentrum in aanvulling op en als verlengstuk van de nationale kennisbank van Wiebes; de opgave vraagt een grote bemensing voor nu en in de toekomst: betrek onderwijs en investeer in kenniswerving en capaciteit; dring aan op een faciliterende overheid met een consistent beleid; verzorg inspraak en participatie en investeer in bewustwording en draagvlak bij bewoners en woningeigenaren.

, , ,
Hoppe, T. (Thomas)
hdl.handle.net/2105/43817
Master City Developer
Erasmus School of Economics

Miedema, M. (Michiel). (2018, September 10). Naar een regionale energietransitie. Master City Developer. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/43817