Binnen afzienbare tijd hebben we in Nederland een ingestorte woningmarkt ingeruild voor een nieuwe woningnood. In tegenstelling tot in het VINEX-tijdperk waarin grootschalige uitleglocaties werden gerealiseerd, is het nu de wens om het merendeel van deze woningen in bestaand stedelijk gebied te realiseren (Ministerie BZK, 2017). Het belang van binnenstedelijke gebiedstransformaties neemt daarom de komende decennia flink toe. Gebiedstransformaties zijn complexe, integrale gebiedsontwikkelingsopgaven. Organiserend vermogen is volgens wetenschappers, beleidsmakers en de praktijk cruciaal om dit soort complexe gebiedsontwikkelingen te realiseren (Van 't Verlaat, 2003; Van den Berg & Braun, 1999; Verschueren, 2005; Barendse & Veltman, 2007; De Zeeuw, 2008). Het groeiende belang van gebiedstransformaties vertaalt zich daardoor ook om een toenemende roep om organiserend vermogen. Probleemstelling Wetenschappelijk gezien moeten we echter concluderen dat organiserend vermogen een ill defined concept is. In deze scriptie wordt het Nederlandse praktijkbegrip organiserend vermogen in gelijk gesteld aan het theoretische concept capacity, dat aan deze capacity building tools ten grondslag ligt. De kern van dat concept ligt in de samenwerkende relaties tussen actoren die werken aan complexe publiek-private opgaven in netwerken. De integratie van beleidsdoelen, belangen en financiële middelen via interacties tussen actoren vraagt om het continu trekken, bewerken, doorkruisen en overspannen van grenzen (Van Broekhoven, Boons, Van Buuren & Teisman, 2015). Edelenbos en Teisman (2013) stellen vast dat governance capacity toeneemt met het vermogen om grenzen te overspannen en te doorkruisen. Dat is echter een lastige opgave in de praktijk, want die grenzen geven ook zekerheid en (op zijn minst) het gevoel van controle. Te veel complexiteit kan een proces ook onbeheersbaar maken. De hoofdvraag voor dit onderzoek luidde daarom: • Hoe ontstaat boundary spanning in de Nederlandse praktijk van complexe binnenstedelijke gebiedsontwikkeling en wat zijn hiervoor bevorderende en belemmerende condities? Definities Organiserend vermogen hebben we gedefinieerd als de mate waarin actoren in staat zijn om samenwerkende relaties op te bouwen, hulpbronnen te mobiliseren en verschillende handelingsperspectieven te incorporeren die bijdragen aan de realisatie van de gebiedsontwikkeling. Samenwerkende relaties zijn redelijk stabiele interactiepatronen tussen actoren waarbij zij zich inspannen om gezamenlijk een resultaat te behalen dat ze niet alleen kunnen bereiken (bewerking van Bryson, Stone & Crosby, 2006). Onder hulpbronnen verstaan we: eigendom, financiën, informatie, expertise, legitimiteit, commitment, tijd/resultaat, instrumenten (Daamen, 2010). Onder een handelingsperspectief verstaan we een manier van doen en denken gericht op de realisatie van de gebiedsontwikkeling. Een hoge mate van boundary spanning draagt bij het ontstaan van organiserend vermogen. We hebben in dit onderzoek de volgende grenzen onderscheiden: inhoudelijke (integratie thema’s en doelstellingen), participatieve (openheid netwerk), structuur- (wijze waarop samenwerking is vormgegeven) en contextuele (verbindingen met omgeving) grenzen (naar Van Meerkerk, Van Buuren en Edelenbos, 2013). Boundary spanning betreft activiteiten gericht op het oprekken van inhoudelijke, participatieve, structuur- en contextuele grenzen waardoor het aantal interacties en verbindingen met domeinen, actoren en de omgeving worden vergroot. Boundary iv spanners zijn individuen die een toegewijde functionele rol of verantwoordelijkheid hebben om in samenwerkingsverbanden actief te zijn (Williams, 2013).

, , , , , , ,
hdl.handle.net/2105/43818
Master City Developer
Erasmus School of Economics

Groenenboom, N. (Nico). (2018, July 2). Organiseren vermogen ontrafeld. Master City Developer. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/43818