Actieve burgers nemen in toenemende mate op wijkniveau bepaalde taken van de overheid over. De initiatiefnemers bepalen door hun concrete acties “who gets what, when and how” (Laswell, 1936). Deze nieuwe vorm van democratie wordt de doe-democratie genoemd (Van de Wijdeven, 2012). In deze context is het relevant om de praktijken van de doe-democratie in het kader van democratische legitimiteit te bezien. Er zijn twee normatieve kaders van democratische legitimiteit ontwikkeld: bezien vanuit de representatieve democratie en doe-democratie. Binnen dit onderzoek zijn 31 respondenten (initiatiefnemers en gebruikers) geïnterviewd. Aangevuld met een documentanalyse. Deze studie laat zien dat alle onderzochte initiatieven invulling geven aan de (meeste) criteria van democratische legitimiteit. Het valt daarbij op dat de initiatieven veel moeite hebben om tot democratische legitimatie te komen vanuit het perspectief van de representatieve democratie. In plaats daarvan, of daarnaast, komen ze wel tot praktijken van democratische legitimatie volgens de principes van de doe-democratie. De percepties van de initiatiefnemers lijken samen te hangen met de wijze waarop democratisch legitiem gehandeld wordt.

, , ,
prof.dr. M. van der Steen, prof.dr. M.J. W. van Twist
hdl.handle.net/2105/44939
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Schaijk, R. van. (2018, August 31). Democratische legitimiteit in de doe-democratie. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/44939