In mijn masterthesis heb ik het dierbeeld in kinderboeken uit de periode 1751-1800 onderzocht. Vandaag de dag sterven jaarlijks biljoenen dieren voor menselijke consumptie, terwijl we aan de andere kant ook dieren beschermen. We zijn over het algemeen tegen dierenmishandeling en worden emotioneel als we onmenselijke, of eigenlijk ´ondierlijke´ toestanden zien, bijvoorbeeld in reclames van de dierenbescherming op de televisie. Daarnaast hebben velen van ons ook een huisdier. Deze paradox, het aan de ene kant ervoor willen zorgen dat dieren een goed leven leiden en aan de andere kant de onverschilligheid als het gaat om het op grote schaal lijden van andere dieren, vormde de aanleiding van dit onderzoek, namelijk: hoe is ons denken over dieren tot stand gekomen? Het kinderboek vormt hiervoor een uitstekende bron. Naast haar functie als opvoedkundig materiaal en literair werk, is het ook een middel om heersende denkbeelden te vangen. Het ‘verlichte’ Nederlandse kinderboek kan ons een kijkje geven in de tijdsgeest van de Verlichting, waarin veel van onze dagelijkse denkpatronen zijn ontstaan. Het eerste hoofdstuk vormt de probleemstelling en de relevantie van het onderzoek. In het tweede hoofdstuk volgt een korte geschiedenis van het dierbeeld in de middeleeuwen tot de achttiende eeuw. Het tweede hoofdstuk bestaat uit een geschiedenis van ‘het kind’ en de verlichte pedagogiek. In totaal zijn 25 natuurhistorische kinderboeken geanalyseerd, wat uitkomt op 5.557 bestudeerde pagina’s. In totaal zijn er 24 diersparende argumenten gevonden in elf kinderboeken. Deze zijn als volgt op te delen: morele argumenten (6), utilitaire argumenten (6), religieuze argumenten (5), barmhartige argumenten (5), onnatuurlijke argumenten (1) en onbekende argumenten (1). Opvallend zijn de vijf barmhartige argumenten die zijn gevonden. Het welzijn van het dier staat hierbij centraal, wat niets anders kan betekenen dan dat zij ook welzijn ‘kunnen ervaren’. Dit gaat tegen het cartesiaanse idee in dat dieren slechts machines zonder gevoel zijn. Er zijn 110 dierkwellende argumenten gevonden in vijftien kinderboeken. Binnen deze groep zijn vijf soorten onderscheiden: mensonderhoudende argumenten (86), religieuze argumenten (16), mensbeschermende argumenten (5), wetenschappelijke argumenten (2) en mensvermakende argumenten (1). Het mensonderhoudende argument is het meest gevonden en gaat vaak vooraf aan het religieuze argument: dieren zijn voor de mens geschapen en men mag er dan ook op allerlei wijzen gebruik van maken. Het christendom zit verweven in de manier waarop de auteurs van de kinderboeken redeneerden. Als over een specifiek dierbeeld werd nagedacht, werd dit gedaan binnen een religieus discours. Het christendom vormde de kaders van het denken. Kortom, het dierbeeld in Nederlandse kinderboeken uit de periode 1751-1800 werd bepaald door het christendom en beïnvloed door de verlichte gedachte dat alles onderzocht en beredeneerd diende te worden.

, , , ,
hdl.handle.net/2105/45944
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

M. van der Laan, & A. Baggerman. (2018, August 29). Verlichte Dieren - Een onderzoek naar het dierbeeld in achttiende-eeuwse Kinderboeken. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/45944