Online streamingdiensten als Netflix worden in dit tijdperk van digitalisering steeds groter en populairder bij het mediapubliek. De jeugd van 16 tot en met 23 jaar behoort tot een generatie digital natives voor wie deze online platforms en functies erg aantrekkelijk zijn. Tegelijkertijd zijn deze jongeren een belangrijke bezoekersgroep voor de Nederlandse bioscopen. Voorgaande onderzoeken voorspellen directe concurrentie van online film voor het bioscoopbezoek, gezien jongeren als fervente internetgebruikers tegenwoordig steeds meer cultureel actief zijn op het internet. Dit probleem vormde relevantie voor de onderzoeksvraag: Op welke manieren wordt het Nederlands bioscooppubliek van 16 tot en met 23 jaar gemotiveerd om online dan wel offline films te kijken in het tijdperk van digitalisering?. Dit rapport past de uses and gratifications theorie toe in een kwalitatief onderzoek naar een antwoord op deze vraag. Met behulp van individuele interviews met zestien jongeren is er meer inzicht verkregen in hun behoeftes en motivaties voor het kijken van on- en offline film. Deze methode bood een waardevolle toevoeging aan voorgaande onderzoeken van kwantitatieve aard, die weinig achterliggende informatie gaven over publieksmotivaties. Voorgaande onderzoeken beschrijven wel veranderingen in de consumptiepatronen van het mediapubliek als gevolg van digitalisering. Zo wordt gesteld dat het nieuwe mediapubliek actiever is in haar keuzes door het groeiende aanbod, waarbij meer voorkeur is voor diversiteit en mobiliteit boven kwaliteit in mediaconsumptie. Daarnaast wordt het publiek meer aangestuurd door gepersonaliseerde content. Ook geven onderzoeken aan dat jongeren meer behoefte hebben aan beleving en interactiviteit in de bioscoop om nog een duidelijke meerwaarde te bieden aan het (gratis) thuis-filmaanbod. Hierdoor is merkbaar dat bioscopen tegenwoordig veel investeren in beeld- en geluidtechnieken. De jongeren uit het huidige onderzoek blijken echter met name waarde te hechten aan de bioscoop als een sociaal uitje. De beleving en interactie die in voorgaand onderzoek worden benadrukt, blijken opvallend minder van belang dat wordt gedacht. De jongeren vinden met name de geluidseffecten wel mooi, maar geven veelal aan dat zij een bioscoopbezoek alleen plannen op basis van sociale behoeftes en de aantrekkingskracht van de inhoud van films. Dit geeft aan dat integratieve en affectieve motivaties voor een bioscoopbezoek het belangrijkst zijn, waarbij zeer weinig behoefte blijkt aan belevingstechnieken als 3D-film. Voor het kijken van online film zijn procesgerichte motivaties van belang bij de jongeren uit dit onderzoek. De jongeren worden aangespoord om online te kijken door het gemak en de variatie die online platforms met zich meebrengen. Hier geldt de aantrekkingskracht van het motto: wat je wilt, wanneer je het wilt, waar je het wilt en hoe je het wilt, zoals voorgaand onderzoek dit ook stelt. De jongeren kijken thuis wanneer het hen uitkomt en laten zij hier leiden door het beschikbare aanbod en reclames die hen aanspreken op basis van hun behoeftes. De resultaten maken duidelijk dat online film inderdaad zorgt voor andere motivaties, maar dat deze geen directe concurrentie vormen voor het bioscoopbezoek. Online is aantrekkelijk door functionaliteit, en offline door filmkwaliteit en sociale waarde.

, , , , , ,
E. Hitters
hdl.handle.net/2105/46478
Media en Cultuur
Erasmus School of History, Culture and Communication

C. Berg. (2018, June 25). DE NEDERLANDSE BIOSCOOP IN HET DIGITALE TIJDPERK. Media en Cultuur. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/46478