Het recente succes van populisten als Donald Trump in de Verenigde Staten, Nigel Farage in het Verenigd Koninkrijk en Geert Wilders in Nederland leidt bij sommige auteurs tot de alarmerende vraag of we al dan niet in toenemende mate een ‘populistische tijdgeest’ ervaren in West-Europa en de Verenigde Staten. Dit zou niet alleen betekenen dat het succes van bovengenoemde populisten toeneemt, maar ook dat gevestigde politici en partijen in toenemende mate populistische argumenten gaan gebruiken in hun politieke vertoog – zoals verwijzingen naar het volk en anti-elitisme - als reactie op hun populistische tegenstanders. Bovendien suggereert een alomvattende populistische tijdgeest dat populisme ook buiten de politieke sfeer aan meer invloed wint. Omdat politici voor een groot deel afhankelijk zijn van de media om hun politieke standpunten onder de aandacht te brengen van een breed publiek, komen populistische argumenten ook terecht in mediaberichtgeving. Vooral commercieel georiënteerde media zouden zich laten verleiden door de sensationele en conflictgeoriënteerde karaktereigenschappen van populistische argumenten. In deze thesis werd de claim van de populistische tijdgeest als uitgangspunt genomen om te onderzoeken in hoeverre en op welke wijze dit het geval was in de politieke communicatie van en mediaberichtgeving over drie gevestigde linkse politici die rechts-populisten opponeerden: Jesse Klaver in Nederland, Jeremy Corbyn in het Verenigd Koninkrijk en Bernie Sanders in de Verenigde Staten. Door middel van een handmatige kwantitatieve inhoudsanalyse zijn de partijprogramma’s en krantenartikelen geanalyseerd die betrekking hadden op de laatste verkiezingen in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Uit de analyses blijkt dat alle drie de politici tot op zekere hoogte populistische argumenten gebruiken in hun partijprogramma’s, maar dat alleen Bernie Sanders daadwerkelijk als links-populist kan worden beschouwd. In het geval van Jesse Klaver en Jeremy Corbyn is er enkel sprake van links-populistische retoriek waarbij voornamelijk verwijzingen naar ‘het volk’ worden gemaakt. De vorm en mate waarin Sanders en Corbyn populistische argumenten passen binnen een langere traditie van populisme in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk en zijn daarom in mindere mate een reactie op het toegenomen succes van populisten als Trump en Farage. Alleen Klaver’s populistische retoriek geeft blijk van een reactie op het succes van Wilders’ populisme doordat zijn verwijzingen naar ‘het volk’ het tegenovergestelde zijn van die van Wilders: progressief en inclusief. Tot slot is ook de relatie tussen de media en populisme in kaart gebracht. De resultaten uit dit onderzoek tonen aan dat populisme niet alleen sterker naar voren komt in de mediaberichtgeving van commercieel georiënteerde mediasystemen, maar dat populisme bovendien sterker tot uitdrukking komt in de commerciële Amerikaanse en Britse mediaberichtgeving dan daadwerkelijk het geval is in de partijprogramma’s van Sanders en Corbyn. Dit leidt tot de opvallende conclusie dat een groot deel van een vermeende populistische tijdgeest in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk wordt gevoed door de commerciële oriëntatie van de Amerikaanse en Britse media.

, , , , ,
Ruigrok, N.
hdl.handle.net/2105/46705
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Kleer, D. de. (2018, June 29). Een ‘progressief-populistische tijdgeest’? Een vergelijkend onderzoek naar populisme in de politieke communicatie van en mediaberichtgeving over Jesse Klaver, Jeremy Corbyn en Bernie Sanders. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/46705