Het doel van dit onderzoek is tweeledig: het meten van de vormen van geslotenheid/openheid van allochtone zelforganisaties en de gemeente om zodoende tot een passende vorm van sturing te komen voor de gemeente Zoetermeer. In het onderstaande is samengevat hoe dit doel is verwezenlijkt. Aanleiding Overheidsbeleid staat in wisselwerking met het beleid van allerlei maatschappelijke groeperingen. Deze verwevenheid heeft tot gevolg dat de overheid afhankelijk is van haar maatschappelijke context. Om die reden zetten overheden sturingsinstrumenten in om toch enigszins grip te kunnen blijven houden op de ontwikkelingen in deze complexe maatschappij. Deze instrumenten bewerkstelligen echter vaak niet de verwachte effecten. Een treffend voorbeeld in dit probleemveld van maatschappelijke sturing is die van de gemeente Zoetermeer aangaande de aansturing van allochtone zelforganisaties. De gemeente poogt deze zelforganisaties te beïnvloeden, maar tot de gewenste effecten heeft dat nog niet geleid. In dit onderzoek is nader ingegaan op deze sturingsproblemen en wordt gepoogd sturingsaanbevelingen te doen die deze problemen kunnen verminderen. Onderzoeksopzet Om meer kennis te verkrijgen over bovenstaande problematiek is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe gesloten zijn de gemeente Zoetermeer en de allochtone zelforganisaties en welke vormen van sturing zijn hierbij passend? In dit onderzoek is er gebruik gemaakt van drie soorten onderzoeksmethoden: observaties, deskresearch en interviews. Het doel van deze methoden is het verkrijgen van inzicht in de ontwikkelingen van de identiteiten van de zelforganisaties en de gemeente. Dit inzicht kan worden gebruikt om te bepalen of een organisatie gesloten of open is. De gemeente en de zelforganisaties zijn open als zij van elkaar willen leren of afhankelijk van elkaar zijn, in tegenstelling tot geslotenheid. Analyse Vervolgens is de empirische analyse uitgevoerd met het doel om op zoek te gaan naar de vormen van geslotenheid en openheid bij de gemeente Zoetermeer en de allochtone zelforganisaties. Allereerst zijn de langdurige verwachtingen uiteengezet ten aanzien van de waarden, programma’s en rollen. Op basis van deze verwachtingen is onderzoek verricht naar de vormen van geslotenheid en openheid bij de gemeente en de zelforganisaties. Uit het onderzoek is op te maken dat de interactie zich focust op twee onderwerpen: integratie/participatie en financiële ondersteuning. De gemeente is initiatiefnemer van de interactie en wil dat de zelforganisaties een bijdrage leveren op het gebied van integratie/participatie. De zelforganisaties concentreren zich op de financiële voordelen van interactie. Vooral in het verleden zijn vele openheden zichtbaar bij de gemeente en de zelforganisaties. Daarvoor zijn twee kernoorzaken te noemen. De structurele subsidies die door de zelforganisaties erg werden gewaardeerd en het thema integratie dat ook bij de zelforganisaties een centrale rol vervulde. In 2005 werden de structurele subsidies vervangen door de projectsubsidies. Deze overgang heeft tot gevolg gehad dat er alleen nog subsidie kon worden verkregen voor activiteiten die in het teken staan van ontmoeting en dialoog tussen verschillende etnische groeperingen. Een verandering die vormen van geslotenheid heeft veroorzaakt. Bovendien is het onderwerp integratie bij de zelforganisaties steeds minder belangrijk geworden, waardoor dit onderwerp ook niet meer als bindmiddel kan fungeren tussen de gemeente en de zelforganisaties. Uit de analyse is op te maken dat de laatste jaren enkele vormen van geslotenheid zichtbaar zijn. Deze vormen kunnen als basis dienen voor passende vormen van sturing. Geslotenheid laat immers zien dat de sturingsinstrumenten niet de gewenste effecten hebben veroorzaakt. De geslotenheden van de zelforganisaties zullen dus doorbroken moeten worden, zodat zij wel gevoelig worden voor de gemeentelijke signalen. Ook de geslotenheden van de gemeente zullen deels moeten worden doorbroken, namelijk die onbewust een negatieve bijdrage hebben geleverd aan de gemeentelijke doelstellingen. Aanbevelingen Daaropvolgend zijn gemeentelijke aanbevelingen gegeven op basis van de vormen van geslotenheid. Allereerst is gepoogd de geslotenheden van de zelforganisaties te doorbreken, maar daar zijn geen nieuwe vormen van sturing uit voortgekomen. Daaropvolgend zijn de geslotenheden van de gemeente aan bod gekomen. Op basis van deze geslotenheden zijn de volgende sturingsopties geformuleerd: Procesrol gemeente: De gemeente moet meer inzicht verkrijgen in de zelfsturing van organisaties, zodat zij beter weet wanneer zij kan en moet inspringen. Het financieren van de fysieke ruimte: Dit heeft tot gevolg dat ontmoeting en dialoog tussen autochtone en allochtone burgers kan w4orden bevorderd. Het aanpassen van de projectsubsidiëring: Ook activiteiten subsidiëren die als eerste stap kunnen worden beschouwd in het integratieproces.

, ,
Gerrits, L.
hdl.handle.net/2105/4699
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Haasteren, J. van. (2009, January 20). Het sturen van zelforganisaties. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4699