De centrale vraag van deze scriptie is: ‘Wat is de verwachte invloed van de invoering van geautomatiseerde grenspassage op de werkbeleving van het grensbewakingspersoneel van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol? Ik heb deze vraag onderzocht met een kwantitatief populatie-onderzoek. Door middel van een survey onder de 573 personeelsleden van de brigade is hiervoor de data verzameld. Uiteindelijk hebben 159 personen (28%) de survey ingevuld. De beantwoording van de centrale vraag is uitgevoerd in drie delen. Allereerst is het effect van taakinhoud op de werkbeleving onderzocht. Hiervoor is gebruikt gemaakt van de vijf aspecten van taakinhoud uit het Job Characteristics Model (JCM) van Hackman & Oldham: skill variety, task identity, task significance, autonomy en feedback. Volgens het JCM bestaat een positief verband tussen deze vijf aspecten en werkbeleving. Deze verwachting is in een eerste set van vijf hypothesen vastgelegd. Als tweede deel van dit onderzoek is het effect van automatische grenspassage op de vijf aspecten van taakinhoud onderzocht. Aan de hand van literatuuronderzoek zijn nogmaals vijf hypothesen geformuleerd. Gesteld is dat automatische grenspassage een negatief effect heeft op skill variety, task identity, task significance en autonomy. Op het aspect feedback werd daarentegen een positief effect verwacht. Tot slot is de invloed van de demografische controlevariabelen ‘geslacht ‘, ‘leeftijd’ en ‘dienstjaren’ op het model getoetst. Door eerst het effect van automatische grenspassage op taakinhoud te bepalen en vervolgens het effect van taakinhoud op werkbeleving, kan indirect een uitspraak worden gedaan over het verwachte effect van automatische grenspassage op de werkbeleving van het personeel. Bij het analyseren van de data bleek al snel dat er sterke correlatie bestond tussen de verschillende aspecten van taakinhoud en werkbeleving. De onderlinge correlaties tussen taakinhoud en werkbeleving bleken dusdanig sterk te zijn in de verzamelde data dat hier statistisch gezien kan worden gesteld dat deze meer als dimensies van werkbeleving kunnen worden beschouwd dan als onafhankelijke variabelen. Daarom is van het conceptuele model afgeweken en is in plaats daarvan een regressieanalyse uitgevoerd om te testen of de mening over AGP een significante voorspellende waarde heeft voor de algehele werkbeleving. Hieruit blijkt dat AGP 5% van de variantie in het oordeel over de totale werkbeleving voorspelt (adj. R2 =.05, F (1, 157)=10.09, p<.05). Concreet betekent dit dat een negatievere mening over AGP een kleine afname in de algehele werkbeleving tot gevolg heeft. Vervolgens is met vijf enkelvoudige regressieanalyses onderzocht of de mening over AGP een significante voorspellende waarde heeft voor de vijf dimensies van werkbeleving. Uit deze analyses blijkt dat AGP alleen een significante invloed heeft op task significance (adj. R2 =.068, F (1, 157)=11.46, p<.001). Task significance voorspelt op basis van dit model 7% van de variantie. AGP heeft volgens de uitgevoerde analyses geen voorspellende waarde voor het oordeel over task variety (R2 =.000 en P=0,853), task identity (R2 = .000 en P=0,943), autonomy (R2 = .008 en P=0,269) en feedback (R2 = .000 en P=0,943). Concreet betekent dit een negatievere mening over AGP specifiek de zingeving, en daarmee de werkbeleving in beperkte mate doet afnemen. Tot slot is met een meervoudige regressieanalyse de invloed van de demografische variabelen leeftijd, geslacht en dienstjaren getest. Uit deze analyse blijkt dat de factor leeftijd de enige van de drie factoren is die enige significante invloed heeft op de werkbeleving (B= -.25, p> .05). Dit betekent dat hoe ouder de medewerker is, hoe sterker de mening over AGP de mening over taakinhoud beïnvloedt. Het antwoord op de centrale vraag van dit onderzoek is dus dat er sprake is van een kleine verwachte negatieve invloed van automatische grenspassage op de werkbeleving van het personeel van de brigade. Deze negatieve invloed wordt voornamelijk veroorzaakt door een verwachte afname in de zingeving van het werk. Uit dit onderzoek is verder gebleken dat automatische grenspassage als systeem over het algemeen niet negatief wordt beoordeeld. Van alle respondenten geeft 77% aan dat zij een geheel of gedeeltelijke positieve houding hebben ten aanzien van automatische grenspassage. Er zijn echter twee aspecten die het oordeel over de gevolgen voor taakinhoud negatief beïnvloeden. Enerzijds zijn dit de vele storingen en fouten die het systeem vertoont. In 40% van alle open ended responses werd hier direct of indirect naar gerefereerd. Anderzijds zijn er een aantal beleidsmatige en procesmatige keuzes over het gebruik van het systeem die als negatief worden ervaren. Veel van de negatieve reacties op het gebruik van automatische grenspassage zijn gericht op het niet volledig uit kunnen voeren van controles. De keuze om bepaalde groepen niet-EU onderdanen gebruik te laten maken van de No-Q poorten en de beperkte mogelijkheden tot profiling en doel-/duur/-middelenonderzoek hebben tot gevolg dat grensbewakers voor hun gevoel hun werk minder grondig en minder zorgvuldig uit kunnen voeren dan zij zouden willen. Dit aspect heeft vooral een negatieve impact op task significance en autonomy. Daarom adviseer ik de brigade zich vooral te richten op oplossen van de storingen en fouten in het systeem voor verder wordt gegaan met het verder doorvoeren van automatische grenspassage. Tevens adviseer ik de brigade om kritisch te kijken naar de wijze van bezetting van de No-Q poorten. Door meer ruimte te creëren voor profiling en nadere controles van verdachte reizigers kunnen de task significance en de autonomy van het personeel sterk verbeterd worden. Ook kan door meer rotatie in de bezetting en meer aandacht voor opleiding en trainingen in het juiste gebruik van het systeem de skill variety worden verbeterd. Tot slot kan door betere feedback over de resultaten van het grensproces ook de task identity en task significance worden verbeterd. Hoewel dit onderzoek slechts een beperkte invloed van AGP op de taakinhoud heeft aangetoond, blijkt taakinhoud wel degelijke een belangrijke invloed op de werkbeleving te hebben. Door het opvolgen van deze adviezen kan AGP mogelijk wel degelijk een grote positieve invloed hebben op de werkbeleving van het personeel.