Classificatie van computergames laat niet alleen zien voor wie het product geschikt is. Het toont ook wat gewenst, maar vooral ongewenst, is voor individu en maatschappij (Valkenburg, Beentjes, Nikken & Tan, 2002). ‘The classification of audiovisual works finds it origin in ‘moral’ concerns’ (Olsberg, 2003:25). Dit onderzoek spitst zich daarom toe op de morele classificaties van Amerika en Nederland wat betreft computergames. In deze masterthesis zijn de verschillen in morele classificaties geprobeerd te duiden aan de hand van twee aspecten, namelijk de structuur en werkwijze van de instituties en de nationale verschillen in beide landen ten opzichte van moraliteit. Aan de hand van deze aspecten wordt getracht de hoofdvraag te beantwoorden: ‘In hoeverre verschillen de morele classificaties van computergames in Amerika en Nederland en hoe kunnen we deze verschillen in classificaties duiden?’ Aan de hand van een kwantitatief en een kwalitatief onderzoek zijn deze classificaties onderzocht. Het kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd aan de hand van data van twee classificatiesystemen voor computergames, namelijk het Amerikaanse Entertainment Software Rating Board (ESRB) en het Nederlandse Pan European Game Information (PEGI). Beide instituties maken gebruik van inhoudsclassificaties, die aangeven welke inhoud de game heeft, en een leeftijdsclassificatie, die de gebruiker vertelt vanaf welke leeftijd de game geschikt is voor kinderen. In dit verslag zijn van 426 games de leeftijds- en inhoudsclassificaties van het ESRB en het PEGI met elkaar vergeleken. Het onderzoek laat zien dat de classificaties van beide landen verschillen. De uitkomst is aanleiding voor een kwalitatief onderzoek naar gamebeschrijvingen in beide landen. Kuipers (2006) laat zien dat de morele classificaties van beide landen ook zichtbaar worden op het internet. Een analyse van websites kan daarom de gevonden verschillen in classificaties bevestigen dan wel ontkennen, maar ook verklaren. In Amerika is het doel van de website What They Play informatie te geven aan ouders over computergames. De Nederlandse website Weet Wat Ze Gamen doet hetzelfde. Beide websites geven informatie over computergames door middel van gamebeschrijvingen. De classificaties van het ESRB en het PEGI kunnen ook gezien worden als gamebeschrijvingen. Beiden laten dan ook zien wat zij gewenst en ongewenst vinden voor individu en maatschappij. De kwalitatieve analyse maakt het echter mogelijk een meer gedetailleerde beschrijving van de morele classificaties te maken, omdat de makers van de gamebeschrijvingen niet beperkt zijn tot vastgestelde inhouds- en leeftijdsclassificaties. Dit kan andere morele classificaties aan het licht brengen. Door het analyseren van de gamebeschrijvingen blijkt wat deskundigen belangrijk vinden voor ouders om te weten. De literatuur doet vermoeden dat de morele classificaties in Nederland minder streng zijn dan in Amerika. Inglehart (2006) laat aan de hand van de World Values Survey zien dat de waarden die werkzaam zijn in Nederland en Amerika van elkaar verschillen. In Amerika zijn de traditionele waarden werkzaam, terwijl Inglehart Nederland beschouwt als een tolerant land. Dit betekent dat abortus, euthanasie en zelfmoord minder geaccepteerd worden door Amerikanen dan door Nederlanders. Ook de traditionele waarden van het huwelijk en de kind-ouder verhoudingen zijn in Amerika belangrijker dan in Nederland. Ook Kuipers (2006), Berne en Huberman (2000) en Arentsen (2007) tonen aan dat de acceptatie van seks minder groot is in Amerika dan in Nederland. Dit heeft te maken met de culturele verschillen van beide landen. Dit blijkt ook uit het classificatieproces van beide instituties. Bij het ESRB worden computergames namelijk geclassificeerd door ouders en experts, terwijl bij het PEGI leden van de game-industrie de vragenlijst invullen. Uit het kwantitatieve onderzoek blijkt dat de morele classificaties inderdaad strenger zijn in Amerika dan in Nederland. De gemiddelde leeftijdsclassificatie van het ESRB ligt 1,35 jaar hoger dan dat van het PEGI, respectievelijk 11,18 jaar en 9,83 jaar. Ook het gemiddeld aantal inhoudsclassificaties verschilt significant met ruim een halve classificatie. Het PEGI geeft gemiddeld 0,81 inhoudsclassificatie per computergame, tegenover 1,34 van het ESRB. Bij beiden is geweld de meest voorkomende inhoudsclassificatie, gevolgd door grof taalgebruik, seks, drugs en gokken. Het ESRB kent in al deze categorieën meer inhoudsclassificaties toe. Een significant verschil tussen beide landen wordt gevonden bij de inhoudsclassificaties drugs, seks en geweld. Amerika is daarin strenger. Uit de kwalitatieve analyse blijkt dat de Nederlandse website Weet Wat Ze Gamen positiever bericht over computergames dan de Amerikaanse website What They Play. What They Play daarentegen geeft meer informatie over de leeftijds- en inhoudsclassificaties, met de nadruk op de mogelijke gevaren van de game, en schrijft regelmatig een advies voor aan ouders over hoe zij het beste om kunnen gaan met bepaalde problemen. De gevonden verschillen komen overeen met de verwachtingen, die gebaseerd zijn op de culturele schema’s van beide landen.

, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,
Berkers, prof. dr. A.M., Dijk, mw. dr. N. van
hdl.handle.net/2105/4728
Media & Journalistiek , Media en Cultuur
Erasmus School of History, Culture and Communication

Franken, Irene. (2008, August 31). Dezelfde games, andere classificaties. Media en Cultuur. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4728