De overheid zet steeds vaker technologie en data in bij beleids- en besluitvorming. Dat betekent dat keuzes en beslissingen op dat gebied in toenemende mate van invloed zijn op de levens van burgers. Ondanks dat publieke organisaties nog maar beperkt klaar blijken voor het grootschalig gebruik van data lijkt op alle niveaus de ontwikkelingen richting een data gedreven overheid prioriteit te hebben. Daarbij klinkt er vanuit verschillende hoeken een steeds luidere roep om meer aandacht te besteden aan de ethische kanten van data en technologie. Hoewel er nog geen eenduidige definitie van data-ethiek is, en er ook nog geen breed geaccepteerde richtlijnen zijn waar ethisch gebruik van data bij overheidsorganisaties aan zou moeten voldoen, zijn er wel hulpmiddelen beschikbaar om ethiek een plek te geven in een project. De aanname daarbij is dat het toepassen van dergelijke methoden een bijdrage levert aan ethisch gebruik van data. In deze scriptie staat de vraag centraal of dat zo is en zo ja wat die bijdrage dan precies is. Daarvoor kijkt dit onderzoek naar de toepassing van De Ethische Data Assistent (DEDA). DEDA is een methode die overheidsorganisaties kan helpen bij het ethisch omgaan met data. Uit dit onderzoek blijkt dat de bijdrage van DEDA op ethisch gebruik van data bij overheidsorganisaties is dat het model op gestructureerde wijze alle aspecten van de definitie van data-ethiek: zowel ethiek van data, algoritmen, en de praktijk komen in het model aan bod. DEDA zorgt ervoor dat in een vroeg stadium de volledige scope van het project vanuit zoveel mogelijk verschillende expertises wordt belicht. Dit geeft een completer en rijker beeld van de ethische vraagstukken en belangen rond een project, en voorkomt tunnelvisie met betrekking tot mogelijke oplossingen. DEDA helpt om op een gestructureerde manier over complexe problemen na te denken. In data-gerelateerde projecten is het vaak lastig om te overzien waar allemaal rekening mee moet worden gehouden bij het opzetten van het project. DEDA zorgt dat er in de voorbereiding niets gemist is. DEDA brengt als ethische methode de menselijke kant van data-gerelateerde projecten scherp in beeld, en maakt ethiek tastbaar zonder dat discussies hierdoor inboeten aan diepgang. De verwachting is echter ook dat methoden voor het toepassen van ethiek beperkingen kennen. Dat geldt ook voor DEDA. Uit het onderzoek blijkt dat er aspecten zijn die onderbelicht blijven bij DEDA: met name het operationele deel van projecten en de evaluatie hebben geen directe plek in het model. Het onderzoek komt tot slot de volgende aanbevelingen voor het gebruik van DEDA in de praktijk: • Denk goed en voldoende na over de samenstelling van de groep. Expertise en mandaat. Deelnemers voldoende bekend met en betrokken bij case; • Zorg dat de projectdefinitie en kaders zoveel mogelijk helder zijn voor het toepassen. Voorkomt definitiediscussies; • Maar gebruik van de volledige breedte van de methode: workshop, handleiding, applicatie; • Neem operationele overwegingen en evaluatie apart mee in de sessie. De aanbevelingen met betrekking tot DEDA zelf zijn als volgt: • Meer bekendheid voor alle onderdelen van het model > app is bijvoorbeeld helemaal niet bekend, handleiding vaak ook niet; 5 • Stem informatieaanbod af op kennisniveau behoefte organisatie, zeker bij minder “traditionele” overheidsorganisaties (gemeenten etc.); • Denk na over het verwerken van evaluatie en operationele zaken in model opnemen; • Denk na over opnemen van ondersteuningsproduct voor procesbegeleiding zodat organisaties uiteindelijk ook zelf aan de slag kunnen; • Positioneer sterker als ex ante model.

Prof.dr. A.J. Meijer, Dr. P. Castenmiller
hdl.handle.net/2105/47341
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Hans van Wijk. (2019, March 11). Gezocht: Ethisch Data Assistent (Fulltime, Publieke Sector). Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/47341