In dit onderzoek geef ik met behulp van drie deelvragen antwoord op de hoofdvraag welke rol raadsinformatiesystemen spelen in de oordeelsvorming van gemeenteraadsleden en hoe deze wijze van gebruik van deze informatiesystemen door raadsleden kan worden verklaard. Dit doe ik aan de hand van een literatuur- en een veldonderzoek. Allereerst bespreek ik het gedrag van raadsleden en de rol van het raadsinformatiesysteem aan de hand van een drietal theorieën uit de literatuur: de coping mechanismen van Bhattacherjee, oftewel een theorie die verklaart hoe gebruikers omgaan met verplicht gebruik van ICT op de werkvloer, en twee theorieën van Enthoven: de eerste over het gebruik van verschillende typen informatiebronnen door Tweede Kamerleden en de tweede over het informatieverwerkingsproces van Kamerleden. Alle drie de gebruikte theorieën uit de literatuur zijn nog niet eerder toegepast op gemeenteraadsleden. Omdat de individuele verschillen tussen raadsleden groot zijn, zal ik tevens kort de factoren die daar een rol bij spelen onder de loep nemen, alvorens de modellen uit de literatuur in de praktijk te onderzoeken. Naast het literatuuronderzoek heb ik om dit te kunnen doen een veldonderzoek uitgevoerd in zeven verschillende gemeenten, waar ik medewerkers, griffiers en raadsleden heb gesproken over hun informatieverwekingsprocessen en de zoektocht naar informatie en de rol die het raadsinformatiesysteem daarbij speelt. Deze interviews heb ik aangevuld met gesprekken met een aantal deskundigen. Op basis van de interviews en de besproken literatuur kan worden geconcludeerd dat het raadsinformatiesysteem onontbeerlijk is voor raadsleden. Het raadsinformatiesysteem is begin-, eind- en zwaartepunt in een zoektocht naar informatie, een informatieverwerkingsproces dat elk raadslid keer op keer opnieuw doorloopt. Dit valt mede te verklaren door de wijze waarop het proces in de praktijk is ingericht, een proces gericht op vergaderingen. Het raadsinformatiesysteem biedt ondersteuning op verschillende wijzen en momenten in deze gehele (vergader)cyclus. Het zwaartepunt daarvan varieert enigszins, net als de hoeveelheid overige bronnen die nog wordt geraadpleegd door het raadslid. Het raadsinformatiesystem vertrekt niet alleen andere bronnen maar is op zichzelf ook een ‘eigen’ bron van informatie. Hoewel alle raadsleden het systeem zien als een opportunity verschilt de wijze waarop raadsleden gebruik maken van dit min of meer verplicht gestelde systeem wel wat per persoon. Persoonskenmerken en factoren zoals leeftijd, ervaring, ‘digivaardigheid’ en politieke factoren hebben hier invloed op, maar ook welke van de vier coping mechanismen het raadslid vertoont kan hier invloed op hebben.