Steeds meer steden hechten tegenwoordig groot belang aan het concept van de creatieve stad. De economie van de toekomst richt zich steeds meer op creatieve bedrijvigheid, iets wat een gevolg is van een samenleving waar betekenis, emoties en het creëren van een eigen identiteit centraal staan. De stad Rotterdam is sinds enige jaren ook bezig met de ontwikkeling van haar creatieve stad en betrekt daar sinds enige maanden nu ook de muziekindustrie in. Het is al vaker aangetoond dat muziek, als onderdeel van de creatieve industrie, een bijdrage kan leveren aan de creatieve stad. Hoe dit proces echter precies verloopt, is zelden werkelijk onderzocht. Daarom wordt in dit onderzoek gekeken naar één specifieke muziekstroming binnen de muziekindustrie en wordt onderzocht hoe deze een bijdrage kan leveren aan de creatieve stad. Voor deze specifieke stroming is in dit onderzoek de dance-industrie gekozen omdat dance een groot onderdeel is van de Nederlandse popmuziek waarin de laatste jaren miljoenen euro’s omgezet worden. De onderzoeksvraag die in deze masterthesis centraal staat is daarom: ‘In welk opzicht draagt de dance-industrie in Rotterdam bij aan de ontwikkeling van de creatieve stad en in hoeverre kan de gemeente dit in stand houden of verbeteren?’. Het doel van dit kwalitatieve onderzoek is om deze vraag te beantwoorden om daarmee bij te dragen aan het overkoepelende onderzoek naar de muziekindustrie in Rotterdam. Hiermee kan uiteindelijk de gemeente worden geadviseerd in wat ze moeten doen in het kader van de muziekindustrie om de ontwikkeling van de creatieve stad te bevorderen. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden is deels gebruik gemaakt van desk- en deels van fieldresearch. Er zijn enerzijds wetenschappelijke en populaire literatuur en dance gerelateerd websites geraadpleegd. Anderzijds zijn er 17 interviews afgenomen onder de creatieve ondernemers uit verschillende stromingen, lagen en schakels uit de dance-industrie in Rotterdam. Het belangrijkste resultaat dat dit onderzoek heeft opgeleverd heeft te maken met het onbegrip dat bestaat tussen de dance-industrie en de gemeente Rotterdam. De dance-industrie weet niet waar ze bij de gemeente aan kunnen kloppen voor subsidies en afspraken, andersom weet de gemeente ook niet welke partijen en personen belangrijk zijn en wie ze daarvoor moeten benaderen. Er is van beide kanten geen duidelijke organisatie, bij beide partijen ontbreekt er een ‘loketfunctie’: een persoon, commissie of platform die alles coördineert en van waaruit initiatieven kunnen ontstaan. Mede daardoor is op dit moment de dance-industrie momenteel niet zo levendig is als het ooit geweest is en het dus zou kunnen zijn in Rotterdam. Er wordt hier en daar wel wat ondernomen, maar de omgeving (die in een creatieve stad juist zo belangrijk is), wordt momenteel niet optimaal door de dance-industrie benut en gestimuleerd. Er wordt daarom geconcludeerd dat de dance-industrie, als creatieve industrie, wel degelijk een bijdrage levert aan de creatieve stad Rotterdam, maar dat dit een grotere bijdrage zou kunnen zijn. Wanneer, door zowel gemeente als industrie, meer aandacht besteed wordt aan het creëren en opbouwen van een gezonde omgeving, zullen er meer mogelijkheden ontstaan voor creatief ondernemerschap, wat uiteindelijk bijdraagt aan de creatieve stad. Een overkoepelde organisatie die de gemeente en de dance-industrie dichter bij elkaar brengt zal daarin een belangrijke rol kunnen spelen.

, , , , ,
Hitters, dr. E., Verboord, dr. M.N.M.
hdl.handle.net/2105/4752
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Beukers, Annick. (2008, August 31). On & on. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4752