Gedurende de eerste decennia van het bestaan van film werd het genre gezien als populair entertainment en sterk geïdentificeerd met de arbeidersklasse (Baumann, 2001). Een eeuw later neemt in vergelijking met de aandacht voor andere kunstvormen de aandacht voor film in kranten niet af maar eerder toe (Janssen, 1999). Als we aandacht in de pers als indicatief zien voor de status of het prestige van een kunstvorm, dan moet in de loop van de twintigste eeuw de status van film sterk zijn toegenomen. Uit onderzoek van Baumann (2001) blijkt dat de omslagperiode voor film als serieus genre in de jaren zestig heeft plaatsgevonden. Een van de indicatoren voor de verandering in status was de toename van het gebruik van citaten uit recensies in filmadvertenties. In een onderzoek naar filmadvertenties in de Amerikaanse dagbladen The New York Times en The Los Angeles Times in de periode 1935-1980, verbindt Baumann deze toename aan een verandering in de status van film als kunstproduct. Hij stelt namelijk dat wanneer een cultuurproduct de status van kunst bereikt, zoals in het geval van film, het publiek vaker geneigd is de mening van culturele experts te raadplegen. De marketing-afdelingen van de filmstudio’s hechten hier tevens belang aan en reageren hierop door meer citaten in advertenties op te nemen. Sinds de jaren zeventig is de hiërarchie binnen het culturele veld echter aan het veranderen (Janssen, 2005). De grenzen tussen hoog en populair, ‘highbrow’ en ‘lowbrow’ zijn minder sterk (Peterson, 1992). De cultuurconsumptie is veranderd, waarbij veel mensen tegenwoordig zowel hoge kunst als populaire cultuur consumeren. De museumnacht populariseert het museumbezoek en André Hazes is inmiddels algemeen cultuurgoed onder elke statusgroep. Door de consumptie van zowel hoge als lage cultuur door eenzelfde groep mensen neemt het onderscheid tussen hoog en laag af. Deze vermenging heeft invloed op de positie van culturele experts als bewakers van de culturele hiërarchie. Het belang van de cultureel expert neemt af. Zijn of haar waardeoordeel wordt minder bepalend. In dit onderzoek wordt door een kwantitatieve inhoudsanalyse onderzocht of er een verandering is in het gebruik van citaten van culturele experts in filmadvertenties in de New York Times in de periode 1979-2004. Uit de resultaten blijkt dat ondanks veranderingen in de culturele hiërarchie het gebruik van citaten van culturele experts in filmadvertenties toeneemt, evenals het aantal verschillende bronnen. Hoewel er steeds meer verschillende bronnen en auteurs worden gebruikt, wordt echter vastgehouden aan het oordeel van enkele gezaghebbende bronnen en auteurs.

Dijk, mw. dr. N. van, Hitters, drs. E.
hdl.handle.net/2105/4786
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Wulp, Jesse van der. (2008, August 31). Citaat als statussymbool. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/4786