Binnen dit onderzoek wordt de buurtpreventie-organisatie Jong Burgerblauw als case afgezet tegen het revanchistische veiligheidsdiscours, waarin veiligheid een belangrijke rol speelt in het ‘schoon’ houden van de straten en het ‘heroveren’ van de stad. Binnen dit discours wordt de groep ‘jongeren’ vaak gestigmatiseerd en geassocieerd met een gebrek aan veiligheid in de wijk. Middels etnografisch onderzoek, waarin meegelopen werd met Jong Burgerblauw en de jongerenwerkers, de jongeren (de deelnemers) en de wijkagent geïnterviewd werden, laat ik zien hoe deze verschillende actoren betekenis geven aan hun betrokkenheid bij de veiligheid in de wijk. Aangezien de deelnemende jongeren opgevoed worden tot ‘rolmodellen’ die de veiligheid en het milieu in hun wijk dienen te garanderen, lijkt de legitimiteit van het dominante veiligheidsdiscours in eerste instantie bestendigd te worden. Initiatieven als Jong Burgerblauw laten echter ook een verschuiving zien betreffende de positionering van jongeren binnen lokaal veiligheidsbeleid: een verschuiving van ‘overlastveroorzaker’, de objecten van het beleid, naar ‘overlastbestrijder’, de beleidssubjecten. Op basis van deze data beargumenteer ik dat de case van Jong Burgerblauw een indicatie biedt van een ruimere vertaalslag van een hard veiligheidsdiscours naar een emancipatorisch veiligheidsdiscours op stedelijk niveau.

, , , ,
dr. TWC Swerts, prof.dr. W Schinkel
hdl.handle.net/2105/50361
Sociology
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Lande, L. van de. (2019, June 17). Ogen op straat in Rotterdam Zuid: een etnografische studie naar Jong Burgerblauw binnen het stedelijk veiligheidsbeleid in Nederland. Sociology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/50361