Met de transitie van de AWBZ naar de Wmo kregen gemeenten meer verantwoordelijkheden voor de maatschappelijke ondersteuning aan mensen met psychische en/of psychosociale kwetsbaarheden. In de grote steden komt er ggz-problematiek voor. Om de maatschappelijke kosten voor de zorg te beheersen en tegelijkertijd de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren is het van belang dat gemeenten en zorgaanbieders streven naar nieuwe vormen van dienstverlening die participatie en zelfredzaamheid vergroten. Veel gemeenten hebben gekozen om het inkoopproces te gebruiken om deze vernieuwing te organiseren. Om te onderzoeken hoe gemeenten het inkoopproces gebruiken om vernieuwingen te organiseren zal in dit onderzoek gekeken worden naar innovaties bij zorgaanbieders. Het onderzoek heeft als doel te beschrijven hoe gemeentelijke inkoop voor de Wmo 2015 ingezet kan worden om innovaties bij zorgaanbieders te beïnvloeden. Het gaat specifiek om zorgaanbieders die hulp en ondersteuning leveren aan mensen met psychiatrische problematiek in het kader van de Wmo 2015. De hoofdvraag van dit onderzoek is als volgt geformuleerd: Hoe beïnvloedt het door de 100k gemeenten gehanteerde inkoopmodel Wmo 2015 het innovatievermogen van Wmo- gecontracteerde zorgaanbieders die hulp en zorg bieden aan mensen met psychiatrische problematiek? Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag is er een comparative casestudy uitgevoerd. Dit onderzoek geeft gemeenten een overzicht welke verschillende inkoopmodellen in de praktijk gebruikt worden en welke elementen binnen het inkoopmodel van belang zijn om het innovatieproces bij zorgaanbieders te beïnvloeden. Het onderzoek bestond uit twee verschillende vormen van dataverzameling. De eerste vorm van dataverzameling bestond uit een analyse van de inkoopmodellen Wmo 2015 van 31 gemeenten. De tweede vorm bestond uit het analyseren van semigestructureerde interviews bij vier gemeenten en drie zorgaanbieders.. Het onderzoek naar de inkoopdocumenten geeft inzicht welke inkoopmodellen door 31 gemeenten toegepast worden bij de inkoop van Wmo 2015. Er zijn in het onderzoek vijf modellen gevonden die gemeenten gebruiken voor de inkoop, waarvan het Zeeuws model met 42% het meest wordt toegepast, daarna volgt het open model met 26%. De keuze voor het contracteren van de hoeveelheid aantal zorgaanbieders verschilt per gemeente. De range tussen het minimaal aantal en maximaal aantal gecontracteerde zorgaanbieders is groot. De looptijd van de contracten verschilt per inkoopmodel. De keuze voor het inkoopmodel bepaalt in grote mate de keuze voor de soort bekostiging. 84% van de gemeente hanteert een fee for service model. (6%) functiegerichte bekostiging en capitation (10%) worden minder vaak toegepast. Innovatie wordt in de inkoopdocumenten van de inkoopmodellen open house (13%) en bestuurlijk aanbesteden (0%) nauwelijks tot niet beschreven. Bij klassiek aanbesteden, het Zeeuws model en prestatie-inkoop ligt het percentage tussen de 33% en 50%. Gemeenten beschrijven innovatie als nieuwe diensten, producten en samenwerkingsverbanden die moeten leiden tot meer doelmatige en efficiëntere hulpverlening. 3 De resultaten van de cross-case analyse komt naar voren dat bekostiging, het sturen op de overeenkomst, duur van de overeenkomst en aandacht voor innovatie, mogelijk van invloed zijn op het stimuleren van innovaties bij zorgaanbieders. Waarbij de vorm van bekostiging een van de belangrijkste elementen is. Het is daarbij van belang dat gemeenten een bekostigingsmodel kiezen wat de uitkomsten van zorg koppelt aan de financiering.

, , ,
Koen dittrich, Erik van Raaij
hdl.handle.net/2105/50550
New Business: Innovation & Entrepreneurship
RSM: Parttime Master Bedrijfskunde

Joost Kwadijk. (2019, June 30). Innovatie in de Wmo. New Business: Innovation & Entrepreneurship. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/50550