Platformorganisaties brengen vraag en aanbod digitaal samen door middel van optimale toewijzing van goederen en diensten, waarbij de klant bepaalt en wat platformwerkers de mogelijkheid biedt om te werken in vrijheid. De huidige platformeconomie is nog beperkt. De verwachtingen zijn echter dat dit zal groeien door de toenemende digitalisering en globalisering. Grenzen vervagen daarmee nog verder. Klanten profiteren van lagere prijzen of een verbeterd aanbod en krijgen artikelen aan huis geleverd wanneer zij dat willen. Daarbij wordt arbeid ingezet alsof het een gebruiksproduct is. Als deze trend doorzet, is het straks niet meer traceerbaar wie hier (zowel bedrijven als werkers) achter zit vanwege digitalisering en krijgen begrippen als vrijheid en autonomie een andere waardering. Er is sprake van een tweedeling tussen bedrijfsleven die zijn eigen regels stelt en het solidariteitsbeginsel in de maatschappij en de vraag hierbij is welke waardering platformorganisaties toekennen aan de factor arbeid. De disruptieve efficiëntieslagen van de platformeconomie hebben er namelijk voor gezorgd dat de huidige arbeidsverhoudingen in de Nederlandse maatschappij op losse schroeven zijn komen te staan. Hoewel de ‘governance’ aan de organisaties zelf wordt overgelaten, worden de zienswijzen op de factor arbeid en de context vaak nauwelijks meegenomen in de inrichting, besturing en uitvoering. Empirische onderzoeken hebben echter aangetoond dat strategisch financieel onderlegd HRM-beleid concurrentievoordelen biedt. Hieruit blijkt dat de theorie en praktijk uiteenlopen en het gevaar bestaat dat de meeste bedrijven ‘best practices’ van andere grote bedrijven overnemen, waardoor het betreffende HRM-beleid niet past bij het bedrijf, de werknemers en de context waarin het zich bevindt. Arbeidsverhoudingen bestaan uit overeenkomsten, die op hun beurt uit democratische werkverhoudingen en autonomie bestaan. Echter, markt- en werknemerstransacties lijken langzaamaan in elkaar over te gaan wanneer zij een arbeidsrelatie denken aan te gaan terwijl dat niet altijd het geval is. Zodra de markt in zicht komt, is er echter eerder sprake van het uitdrukken van menselijk handelen in geldwaarde dan volgens intrinsieke waarde. Om een antwoord te kunnen geven op hoe platformorganisaties in Nederland naar de factor arbeid kijken en welke waardering zij hieraan geven is gebruik gemaakt van desk research middels een case study. Dit is gedaan volgens een conceptueel model en op basis van de definiëring op een axiomatische wijze van marktrelaties, persoonlijke relaties en ‘civil rights’, die refereren aan democratische werkverhoudingen en autonomie. Door middel van drie cases toont dit onderzoek aan dat deze platformorganisaties arbeid waarderen en daarmee inzetten als een commerciële productiefactor (service). Mensen zijn echter meer dan objecten en dienen te krijgen wat ze verdienen: respect. Door werkgeverschap te vermijden in een platformeconomie waarin efficiency en winstmaximalisatie worden gevoed door verdere of zelfs diepgaande digitalisering, ontstaat een erosie van sociale relaties, waarbij zelfstandigen worden uitgespeeld. Op zijn beurt doet dit afbreuk op het huidige solidariteitsbeginsel, waardoor inkomens- en beschermingsmechanismen uit de Nederlandse samenleving verdwijnen en enkel het recht van de sterkste nog geldt. Volgens de resultaten van dit onderzoek volgen platformorganisaties marktprincipes en staan overheid en samenleving al enige tijd langs de zijlijn. Inspraak maakt echter het verschil. Eventueel vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op verschillende vormen van platformorganisaties of door het conceptueel model te toetsen op anderen sociale praktijken.

, ,
Ben Wempe, Marja Flory
hdl.handle.net/2105/50558
Leiderschap, Management & Bestuur
RSM: Parttime Master Bedrijfskunde

Liesbeth Foppen. (2019, October 30). IS ARBEID GEBRUIKSGOED?. Leiderschap, Management & Bestuur. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/50558