(H)Erkent u het? It’s all about ME! Leidinggevenden die maar wat graag over hun ideeën en prestaties praten en daarmee dat van anderen onderbelicht laten. Narcisme heeft zo zijn positieve gevolgen bij leidinggevenden, maar kent ook enorme minpunten. Wat als je binnen een organisatie werkt waar veelal narcistische leiders werken? Is dit dan positief of juist negatief voor het bedrijfsresultaat? Onderzoek van Chatterjee & Hambrick (2007) heeft laten zien dat narcisme bij een C.E.O. positief kan bijdragen aan het bedrijfsresultaat. Maar wat is narcisme dan eigenlijk? En over welke vorm hebben we het dan? Binnen dit onderzoek gaat het niet over het ziektebeeld narcisme, maar over een geoperationaliseerde variant van narcisme. Om deze reden is er gekozen voor het theoretisch kader van Raskin & Hall (1979). Zij hebben een N.P.I.-model (Narcissistic Personality Inventory) ontwikkeld. Volgens dit model kan middels een persoonlijkheidsvragenlijst, in correlatie tot een bepaalde score, geoperationaliseerde narcisme bij een respondent worden ontdekt. Amdes, Rose & Anderson (2005) hebben het N.P.I.-model van Raskin & Hall (1979) aangepast naar een verkorte persoonlijkheidsvragenlijst. Hierin is ook het Big-Five model van Donahue & Kentle (1991) meegenomen, evenals de expertise uit de psychologie omtrent het begrip narcisme. Om respondenten binnen het lager- en middenmanagement te kunnen correleren aan het begrip geoperationaliseerde narcisme is tijdens dit onderzoek gebruik gemaakt van het model en de theorie van Amdes, Rose & Anderson (2005). De gegevens uit het onderzoek zijn samengebracht met analyses. Door middel van deze analyses is onderzocht of leidinggevende binnen het lager- en middenmanagement hun bedrijfsdoelstellingen in een bepaalde gemeten periode behaald hebben. Met de resultaten hiervan is binnen dit onderzoek naar de correlatie gezocht tussen prestaties en narcisme in het lager- en middenmanagement. De gegevens van dit onderzoek zijn verzameld binnen vijf verschillende productieorganisaties. 52 respondenten zijn onderzocht op het fenomeen geoperationaliseerde narcisme. De uitkomsten zijn in correlatie gebracht met de bedrijfsresultaten van de respondenten en de mate van narcisme. Hierbij is de hypothese aangenomen dat een narcistische leider in het lager- en middenmanagement een negatief effect zal hebben op de bedrijfsresultaten. Dit staat haaks op het onderzoek van Chatterjee & Hambrick (2007), waarbij juist gesteld wordt dat een narcistische C.E.O. een positief effect zal hebben op de bedrijfsresultaten. Naar mijn mening zullen, door verschillende factoren die op lager- en middenmanagement niveau spelen, de positieve effecten van een narcistische leider afnemen in correlatie met de bedrijfsresultaten. Denk hierbij aan de mindere mate van bevoegdheden, samenwerking met collega’s op hetzelfde hiërarchische niveau en het afleggen van verantwoordelijkheid aan meerderen.

, ,
Ben Wempe, Lucas Meijs
hdl.handle.net/2105/50580
Leiderschap, Management & Bestuur
RSM: Parttime Master Bedrijfskunde

Remco van Gastel. (2019, September 30). (H)Erkent u het? It’s all about ME!. Leiderschap, Management & Bestuur. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/50580