Vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven

Managementsamenvatting Doel: Organisaties besteden veel geld aan trainingen voor hun personeel. Zo wordt er jaarlijks alleen in Nederland al drie miljard uitgegeven aan bedrijfsopleidingen. Door continue technologische ontwikkelingen, globalisering en internationale concurrentie is het voor bedrijven nodig om zich te blijven ontwikkelen. Een effectieve training moet als doel hebben om kennis, vaardigheden en expertise te vergroten. Toch blijkt dat maar tien procent van wat geleerd wordt tijdens een training wordt toegepast in het werk, waar het invloed kan hebben op de organisatieprestaties. Onderzoek laat zien dat het toepassen van de geleerde kennis in de trainingen complex is en er meerdere training gerelateerde factoren zijn betrokken. De brandweer is één van de vele organisaties die haar personeel trainingen geeft om vakbekwaam te blijven. Het doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen welke gerelateerde training factoren positief geassocieerd worden met de ervaren organisatieprestaties en individuele baantevredenheid. Methode: Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, is gekozen voor een kwantitatief onderzoek. Er is een online vragenlijst uitgezet bij de 362 beroepsbrandweerlieden binnen de Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond. De vragenlijst is gemaakt aan de hand van de literatuur omtrent de transfer van training. Op basis van de literatuur is gekozen om de volgende onafhankelijke variabelen mee te nemen in het onderzoek: cognitief vermogen, locus of control, self-efficacy, motivation to transfer, behavior modeling, error management, realistische training content, supervisor support, peer support, weerstand tegen verandering en mogelijkheid tot gebruik. De data is daarna doormiddel van het programma SPSS geanalyseerd. Voordat er een multiple regressieanalyse gedaan kon worden, is een factoranalyse gedaan en zijn de voorwaarden voor een regressieanalyse onderzocht. Resultaten: Door middel van de multiple regressieanalyse is de invloed van trainee karakteristieken, training design en werkomgevingskenmerken op de organisatieprestaties van de brandweer onderzocht en gekeken welke variabelen invloed hebben op de mate van presteren en individuele baantevredenheid van de brandweer. Op basis van de literatuur zijn bepaalde verwachtingen gevormd. Uiteindelijk bevestigen de resultaten niet geheel de verwachtingen. De resultaten laten zien dat alleen de variabelen self-efficacy en error management een significante relatie tonen met de organisatieprestaties. Uit het onderzoek komt naar voren dat niet specifiek alle trainee karakteristieken of werkomgevingskenmerken invloed hebben op de organisatieprestaties. Doordat er sprake is van een groot aantal variabelen worden sommige relaties beïnvloed door andere variabelen. Tevens is door middel van een multiple regressieanalyse de invloed van trainee karakteristieken, training design en werkomgevingskenmerken op individuele tevredenheid onderzocht. De resultaten laten zien dat er geen significante relaties tussen training design en de individuele baantevredenheid van de werknemers. Conclusie: Uit de resultaten van de multiple regressieanalyse kan geconcludeerd worden dat self-efficacy en error management een significant positief effect hebben op de organisatieprestaties van de Brandweer. Daarnaast kan geconcludeerd worden dat er geen significante relaties zijn gevonden tussen de onafhankelijke variabelen en individuele baantevredenheid van het brandweerpersoneel. Aanbevelingen voor de organisatie: Op basis van de resultaten kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan aan de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Ten eerste komt uit het onderzoek naar voren dat self-efficacy een belangrijke rol speelt bij de trainingen. Self-efficacy bij trainees kan worden ondersteund door de instructeurs van de afdeling Vakbekwaamheid en de wachtcommandanten opbouwende feedback te laten geven en te laten zien hoe het geleerde kan worden toegepast in het werk. Vervolgens wordt er geadviseerd op basis van de significante relatie tussen error management en prestaties om gedurende de trainingen er in de trainingen met name te focussen op de potentiele en ervaren fouten en het analyseren van fouten. Op deze manier zijn de brandweerlieden beter voorbereidt om onverwachte situaties. Ten derde wordt aanbevolen om meer te oefenen met het geven van feedback tijdens de trainingen. De bevinden laten zien dat er in eerste instantie een significante relatie is tussen peer support en organisatieprestaties. De significante relatie verdwijnt nadat trainee karakteristieken zijn toegevoegd. Op basis van informele gesprekken is besloten hier wel een aanbeveling op te geven. Tot slot wordt aan Vakbekwaamheid aanbevolen om meer in gesprek te gaan met de brandweerlieden. Uit informele gesprekken komt naar voren dat de brandweerlieden ontevreden zijn over de trainingen die gegeven worden. Daarnaast zou ik aanraden om het onderzoek te herhalen. Er zijn in dit onderzoek percepties gemeten en die kunnen in verloop van tijd veranderen.