Hoofdstuk 1: Probleemstelling In dit onderzoek staat de vijfjaarlijkse evaluatie van zelfstandig bestuursorganen ressorterend bij het ministerie van OCW centraal. Op basis van de Kaderwet (art. 39) moet er iedere vijf jaar verantwoording worden afgelegd over de doelmatig- en doeltreffendheid van het functioneren van een zbo. Op dit moment gebeurt dit niet consistent. Bovendien ervaren verschillende zbo’s en directies moeilijkheden met het opstellen van goede prestatie-indicatoren. Daarom moet er aandacht worden besteed aan het toezicht op- en de verantwoording over zbo’s, dit wordt gedaan door middel van de vraag: Hoe kunnen prestaties van zbo’s ressorterend bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op een zinvolle en gebruiksvriendelijke manier worden gemeten? Hoofdstuk 2: Theoretische kader Om meer inzicht te krijgen in prestaties en prestatiemeting zijn hierover theorieën bestudeerd die van toepassing zijn bij non-profit organisaties in het algemeen. Prestaties van publieke organisaties zijn meerzijdig en ambigu. Vanwege deze complexiteit is het lastig om de prestaties te meten, maar het gebruik van prestatie-indicatoren kan hierbij helpen. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van het 3E-model, het IOO-model, prestatiedomeinen van Crucke en Decramer en de perspectieven van de Balanced Scorecard van Kaplan en Norton. De multidimensionale prestatiedomeinen van Crucke en Decramer dienen als uitgangspunt in dit onderzoek, omdat deze een overkoepelend beeld geven van prestaties bij publieke organisaties. De domeinen die zij hanteren, zijn: economic, human, environmental, community en governance. Hoofdstuk 3: Context Zbo’s zijn uitvoeringsorganisaties belegd met wettelijke taken die zij in naam van een bepaald ministerie uitvoeren. Prestaties van zbo’s hebben te maken met het uitvoeren van deze wettelijke taken. De Kaderwet, de circulaire governance en het financieel normenkader zijn wettelijke kaders die gelden voor de zbo’s. Het ministerie van OCW maakt gebruik van negentien zbo’s en de evaluaties daarvan worden op verschillende manieren vormgegeven. Er wordt gebruik gemaakt van zelfevaluaties en evaluaties door externe partijen. In dit onderzoek staan de evaluaties, de jaarverslagen en prestaties van zes van de negentien zbo’s ressorterend bij het ministerie van OCW centraal, namelijk: de Koninklijke Bibliotheek, Nederlandse 5 organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, het Filmfonds, Commissariaat voor de Media, Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven en het Participatiefonds. Hoofdstuk 4: Methodologie Deze studie is kwalitatief van aard en is door middel van inductief onderzoek gedaan. Prestaties en prestatiemeting zijn belangrijke thema’s binnen de bestuurskundige literatuur, maar nooit eerder (succesvol) toegepast op zbo’s. Daarom wordt er getracht om met behulp van inductief onderzoek belemmeringen en/of kansen te vinden in de prestatiemeting bij zbo’s, welke als toevoeging zullen dienen op de bestaande theorieën. Met behulp van documentanalyse, gesprekken, een focusgroep, interviews en een presentatie moet een evaluatietool tot stand komen die als hulpmiddel kan worden ingezet bij de evaluatie van zbo’s. Hoofdstuk 5: Resultaten Op basis van de verschillende methoden is er een beeld ontstaan van hoe zbo prestaties meetbaar kunnen worden gemaakt. De prestaties van zbo’s bestaan uit de wettelijke taken en de maatschappelijke vraag. Door deze zo concreet mogelijk in te vullen, kunnen ze meetbaar worden gemaakt. Het meten kan worden gedaan door middel van vergelijkingen en met behulp van zowel kwalitatieve- als kwantitatieve methoden. Vier domeinen van Crucke en Decramer komen veelvuldig naar voor in de prestatiemeting bij zbo’s. Alleen de environmental performance werd niet van toepassing geacht op de zbo evaluatie bij het ministerie van OCW. Duidelijk is geworden dat er op verschillende manieren invulling kan worden gegeven aan de domeinen. Om het meten van zbo prestaties op een gebruiksvriendelijke en zinvolle manier beschikbaar te maken zijn vooral de timing, transparantie en gemak van belang. Hoofdstuk: Conclusie Het doel van dit onderzoek was om een gebruiksvriendelijke en zinvolle evaluatietool op te stellen met duidelijk prestatie-indicatoren, welke als hulpmiddel kan worden gebruikt bij de vijfjaarlijkse evaluatie van zbo’s. Een evaluatietool zou onderdelen moeten bevatten op het gebied van het evaluatieproces, de evaluatievorm en de inhoud. Wat betreft de inhoud zijn er vier prestatiedomeinen uit de theorie die van belang worden geacht bij het meten van prestaties. Vanuit de theorie, de jaarverslagen en de resultaten wordt hier op diverse manieren invulling aan gegeven. De invulling van deze prestatiedomeinen kan houvast bieden bij het meten van prestaties. Om de prestatiedomeinen en de daaronder geplaatste prestatie-indicatoren bruikbaar te maken, zullen deze per evaluatie toegespitst moeten worden op het desbetreffende zbo.

Dr. B. George, Dr. V.M.F. Homburg
hdl.handle.net/2105/50830
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Chaudron, Eveline. (2019, August 29). Prestatiemeting van zelfstandig bestuursorganen bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: een analyse. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/50830