De gemeente Rotterdam heeft als doelstelling om dichter bij haar burgers te komen en jongeren te betrekken bij het maken van beleid waar zij in de toekomst de gevolgen van zullen voelen. Hiertoe heeft zij ervoor gekozen om de stemgerechtigde leeftijd voor de verkiezingen van de gebiedscommissies en wijkraden te verlagen naar 16 jaar. Op nationaal niveau speelt dit thema ook al langere tijd een rol. Zo heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur in juni 2019 aan de Tweede Kamer geadviseerd om experimenten met het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd toe te staan. De rol van 16- en 17-jarigen in de Nederlandse democratie is dan ook een actueel punt van discussie. Maar hoe krijgen we jongeren zo ver om deel te nemen aan die democratie? Door het hele land zijn er al 16- en 17-jarigen die ervoor kiezen om zichzelf verkiesbaar te stellen voor een politiek orgaan. Het zijn er niet veel, maar deze doelgroep beschikt over genoeg motivatie om op jonge leeftijd heel actief te worden in de politiek. In dit onderzoek wordt gezocht wat in de basis de beweegredenen zijn van jongeren om zich verkiesbaar te stellen voor een lokaal politiek orgaan om zodoende te achterhalen hoe meer jongeren gemotiveerd kunnen worden om zich verkiesbaar te stellen. De hoofdvraag luidt dan ook: “Wat beweegt jongeren van 16 en 17 jaar om zich verkiesbaar te stellen voor een lokaal politiek orgaan?” De basis voor de beantwoording van deze vraag bestaat uit een combinatie van drie theoretische modellen: het motivatiemodel voor politieke kandidaatstelling van Parker (1972), de coproductietheorie van Van Eijck en Steen (2016) en het motivatiemodel voor jongeren van Ballard et. al. (2015). De verwachting die hieruit voortkomt is dat jongeren 11 motivatoren hebben in 4 categorieën. Materiële motivatie: vergoeding en toekomstgerichte motivatie, solidaire motivatie: fascinatie, status en identiteit gerelateerde motivatie, doelgerichte motivatie: promotie van beleid, onvrede met zittend bestuur, Public Service Motivation en emotie en tot slot gevraagd worden: door familie of vrienden of door politicus of ambtenaar. Dit model is getoetst onder 12 respondenten. 11 van de respondenten stonden kandidaat voor een gemeenteraad, gebiedscommissie of wijkraad in 2018 of provinciale staten in 2019. 1 respondent werd ingeloot in een wijkcomité en bekleedt via die weg een functie van volksvertegenwoordiger. Bij de respondenten zijn semigestructureerde interviews afgenomen waarin veel werd doorgevraagd naar de onderliggende motivatie die zij hadden op het moment dat ze zich aanmeldden voor de verkiezingen van een politieke positie. De jongeren worden net als volwassenen gemotiveerd door materiële, solidaire en doelgerichte factoren zoals Parker (1972) die onder raadsleden in de VS ook vond. Public Service Motivation en altruïstische factoren uit het coproductiemodel bleken hier en goede aanvulling op daar deze factoren onder de jongeren ook veel voorkwamen. Modellen die werden gebaseerd op motivatie van volwassenen bleken dus prima toepasbaar op 16- en 17-jarigen. De factor ‘binding’ werd toegevoegd aan het oude model maar er is geen specifieke reden om te stellen dat deze factor niet toepasbaar zou zijn op volwassenen. Jongeren die scoorden op ‘binding’ vertelden veel en gepassioneerd over hun wijk/gebied/stad. De binding die zij voelden met hun omgeving zette hen ertoe zich ervoor in te willen zetten. Daarnaast is ‘vergoeding’ verwijderd uit het model omdat deze niet overtuigend naar voren kwam in de data. Deze tieners zijn veel bezig met hun toekomst, ze bevinden zich in een periode van onzekerheid waarin toch belangrijke keuzes gemaakt moeten worden zoals een studiekeuze. Veel jongeren zijn met hun 5 kandidaatstelling alvast aan het voorsorteren op hun toekomstige loopbaan. Dit was reeds voorspeld op basis het model van Ballard et. al. (2015). Ook de emotionele motivatie die Ballard et. al. kenmerkend achtten voor jongeren bleek voor te komen. Drie jongeren waren erg kwaad op de wereld en angstig over waar de samenleving met de huidige regering als stuurman op afstevent. De identiteit gerelateerde motivatie die werd verwacht bij deze doelgroep kwam niet overtuigend naar voren. Vervolgens is ervoor gekozen om de motivatie te scheiden van de aanleiding naar de kandidaatstelling. Uit de data bleek dat bijvoorbeeld het gevraagd worden maar voor weinig mensen een daadwerkelijke motiverende functie had, het was vaak de manier voor respondenten om op het idee te komen of juist het laatste duwtje in de rug. Er zijn drie categorieën aanleidingen geconstateerd: gevraagd door familie, gevraagd door politieke partij of zelf aangemeld. Deze nieuwe kennis heeft geleid tot een typologie van jongerenkandidaten. Natuurlijk zijn ook jongeren niet allemaal over een kam te scheren. Ze hebben uiteenlopende persoonlijkheden, achtergronden en beweegredenen. Onder de respondenten waren drie typen te onderscheiden: De Denkers De drie denkers worden aan elkaar gebonden door grote fascinatie voor en kennis over politiek, door hun onafhankelijkheid en hun gedrevenheid. Ze hebben alle drie een weloverwogen keuze gemaakt om zichzelf kandidaat te stellen. Ze laten zich niet beïnvloeden en hebben geen aanmoediging of steun nodig. De motivatie van een denker komt volledig uit de persoon zelf en begint al op jonge leeftijd wanneer hij wordt geboeid door debatten op televisie en filosofische lessen op school. De Gokkers “Fuck it, we doen het gewoon” (R11). De gokkers zijn het politieke wereldje ingerold. Ze nemen graag risico en wilden wel eens kijken wat er zou gebeuren als ze zichzelf kandidaat stelden. Ze passen bij elkaar omdat gokkers beschikken over een grote mate van Public Service Motivation en binding met hun wijk/gebied/stad. Daarnaast was het gevraagd worden cruciaal voor de gokkers. Als ze niet gevraagd waren dan hadden ze het zeker niet gedaan. Carrièrevoorbereiding en exploratie spelen ook voor alle gokkers mee. Je hebt immers niets te verliezen en het staat altijd leuk op je cv vinden de gokkers. De Vlinders Vlinders zijn sociaaldieren die rondfladderen op borrels en bijeenkomsten. Ze zijn lid van een politieke partij en halen daar veel plezier uit. Ze weten precies hoe het wereldje werkt en hoe je ermee hogerop kunt komen. Ze hechten waarde aan materiële zaken zoals het kunnen opbouwen van cv en netwerk. Daarnaast is de reactie van de omgeving op hun kandidaatstelling belangrijk voor ze. Alle vlinders scoren hoog op de factor ‘status’. Deze uitkomsten kunnen enerzijds worden gebruikt voor beleid omtrent jongerenparticipatie en vormen anderzijds een basis voor nader empirisch onderzoek onder een bredere groep respondenten. Er kan bijvoorbeeld vergelijkend onderzoek worden uitgevoerd met andere leeftijdsgroepen. Voor nu is de aanbeveling aan de gemeente Rotterdam om de inrichting van het bestuursmodel en de communicatiestrategie omtrent de verkiezingen aan te passen naar de drie typen jongerenkandidaten die op verschillende manieren kunnen worden aangetrokken. Zo zullen de denkers zo min mogelijk last willen hebben van bureaucratische obstakels richting kandidaatstelling. De gokkers moeten gevraagd worden voordat ze zich kandidaat stellen en de vlinders willen resultaat zien van hun kandidaatstelling in de vorm van een beter cv, een groter netwerk en een hogere status.

Prof.dr. A. van Buuren, Dr. R. Moody
hdl.handle.net/2105/50906
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Rodenhuis, Nienke. (2019, September 10). Hoe tieners het grote mensenfort te lijf gaan. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/50906