Probleemstelling Deze casestudie focust zich op het gebruik van visievormende scenario’s van het Planbureau voor de Leefomgeving. De visievormende scenariostudie die centraal staat tijdens dit onderzoek is de Drentse natuurverkenning uit 2013. Het gebruik van scenariostudies van het PBL is tot noch toe onduidelijk. Dit kan als een tekortkoming gezien worden binnen het PBL, omdat door een ex post evaluatie te maken van de scenariostudies, het vertrouwen in toekomststudies verhoogd kan worden. Dit kan leiden tot meer toekomst georiënteerde visies, beleid en besluitvorming. Er wordt daarom bekeken welke factoren het gebruik van visievormende scenariostudies beïnvloeden. Dit heeft geleid tot de hoofdvraag van het onderzoek: Op welke manier wordt de scenariostudie ‘De Drentse natuur in 2040’ gebruikt en welke factoren dragen hieraan bij? Theoretisch kader In het theoretisch kader zijn de relevantie variabelen verkend en uiteengezet. Het gebruik van een scenariostudie kan uiteengezet worden in drie soorten, namelijk: inzichtvorming, communicatie en commitment met het beleid. Deze vormen van gebruik kunnen op instrumenteel en fundamenteel niveau voorkomen. Het gebruik van visievormende scenariostudies wordt door diverse factoren beïnvloed, deze kunnen ingedeeld worden in drie categorieën. Ten eerste de kwaliteit van de scenariostudie waaronder het contrast, de plausibiliteit en de reikwijdte vallen. Ten tweede de werfkracht waaronder metaforen, verhalen en beelden vallen. Als laatste de communicatie van de scenario’s waaronder de timing en participatie vallen. Al deze variabelen kunnen een positieve invloed op het gebruik van visievormende scenariostudies hebben. Methodologie Tijdens dit onderzoek is er gebruik gemaakt van een kwalitatieve casestudie. Er is gebruik gemaakt van een casestudie zodat er diepgaand onderzoek gedaan kon worden waardoor de achterliggende verklaringen gevonden konden worden. Er is op één moment in de tijd bekeken hoe de Drentse natuurverkenning gebruikt is. Dit is gedaan door middel van een documentanalyse van workshopdocumentatie en visiedocumenten van verschillende organisaties. Daarnaast zijn er negen interviews met verschillende gebruikers afgenomen. Gina IJdo | Erasmus Universiteit Rotterdam | Master publiek management 2019 5 Resultaten Uit de analyse van de documenten en de interviews blijkt dat de Drentse natuurverkenning op alle mogelijke manieren is gebruikt. De inzichten uit de scenariostudie zijn terechtgekomen in de verschillende geanalyseerde visies. Daarnaast is de Drentse natuurverkenning voor communicatie en commitment met het beleid gebruikt. Het gebruik heeft vooral op instrumenteel niveau plaatsgevonden. De zaken die het eigen denkkader ondersteunden zijn overgenomen uit de scenario’s. Maar er is ook sprake van fundamenteel gebruik geweest. Een voorbeeld hiervan is dat de vrijetijdseconomie nu wel een plek in de Drentse natuur heeft gekregen. Voorheen was hier geen sprake van. Daarnaast blijken alle onderzochte factoren een positief effect te hebben op ofwel het instrumentele, ofwel het fundamentele gebruik. Ook is er een nieuwe factor gevonden die het gebruik beïnvloed, namelijk het PBL als maker van de scenariostudie. Conclusie Terugblikkend op de hoofdvraag van dit onderzoek blijkt dat de Drentse natuurverkenning op alle mogelijke manieren, die in het theoretisch kader worden omschreven, is gebruikt. Het gebruik heeft vooral op instrumenteel niveau plaatsgevonden. Daarnaast dragen alle factoren bij aan het gebruik van deze visievormende scenariostudie. Metaforen en beelden zijn belangrijke factoren geweest omdat ze ervoor zorgden dat de scenario’s meteen herkend werden. Daarnaast is de participatie erg van belang geweest omdat hierdoor verschillende gezichtspunten meegenomen zijn. Ook is de legitimiteit, bekendheid en acceptatie van de scenario’s vergroot door de participatie. Een andere bevinding van dit onderzoek is dat regionale scenariostudies ervoor zorgen dat er minder gebruikers zullen zijn omdat de spatial scale laag is. Bovendien komen de onderwerpen uit de scenariostudie heel dichtbij het werkveld en de bijbehorende normen en waarden van mensen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de gebruikers defensief werden met betrekking tot de ideeën uit één van de scenario’s. Op wetenschappelijk gebied is dit één van de weinige empirische onderzoeken naar het gebruik van scenariostudies. Een wetenschappelijke aanbeveling is dan ook dat er vervolgonderzoek gedaan moet worden naar visievormende en regionale scenariostudies en de factoren die de scenariostudies beïnvloeden.

Dr. S. Keulen, Prof.dr. M. van der Steen
hdl.handle.net/2105/51016
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

IJdo, Gina. (2019, September 20). Visievormende scenario’s in de praktijk. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/51016