In dit onderzoek is wat jongeren motiveert en hindert bij het participeren in gemeentelijk beleid onderzocht. De aanleiding hiervoor is de participatie plicht bij de nieuwe Omgevingswet. De onderzoeksvraag luidde als volgt: Wat motiveert jongeren om al dan niet te participeren in gemeentelijk beleid, welke hindernissen ervaren zij daarbij en hoe kan hun participatie worden vergroot? Er worden in totaal elf soorten motieven en hindernissen behandeld die worden opgedeeld in vier groepen. De eerste twee groepen, Extrinsieke motieven en Intrinsieke motieven, vormen samen het concept motieven. De tweede twee groepen, Interne hindernissen en Externe hindernissen, vormen samen het concept hindernissen. In de eerste deelvraag wordt ingegaan op hoe de gemeente Capelle aan den IJssel jongerenparticipatie vormgeeft. Hieruit blijkt dat de gemeente voornamelijk gebruik maakt van de Jeugdraad als jongerenparticipatiemogelijkheid. Ander participatiemogelijkheden worden door jongeren nauwelijks gebruikt. Er is binnen de gemeente wel veel ambitie om jongerenparticipatie te verbeteren. In de tweede deelvraag wordt ingegaan op wat jongeren motiveert te gaan participeren en wat hen tegenhoudt. Hier komt uit dat voornamelijk Intrinsieke motieven de reden zijn om over te gaan tot participatie en dat Externe hindernissen de grootste reden zijn om niet te participeren. In de derde deelvraag tot slot wordt ingegaan op hoe de gemeente jongerenparticipatie kan versterken. Uit de enquête komt naar voren dat ook hier Intrinsieke motivatie en Externe hindernissen het belangrijkst zijn en het versterken van deze twee participatie het meest versterkt. Om dit te doen worden in dit onderzoek vier aanbevelingen gedaan voor de gemeente om participatie te versterken. - De eerste aanbeveling is de participatiemogelijkheden inzichtelijk maken. - De tweede aanbeveling is de gemeente inrichten op jongerenparticipatie. - De derde aanbeveling is het maatschappelijk middenveld betrekken. - De laatste aanbeveling is te zorgen voor terugkoppeling naar de jongeren over het participatieproces.