Doordat de Rijksoverheid zich heeft gecommitteerd aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs, staat zij nu ook voor de opgave om de energietransitie te organiseren. Dit is geen gemakkelijke opgave, aangezien er weinig praktijkvoorbeelden zijn van hoe de overheid dit kan doen. De energietransitie is namelijk een nieuw type transitie: een duurzaamheidstransitie. Een duurzaamheidstransitie wordt gedreven door een duurzaamheidsdoel (Geels, 2011) en daarin speelt governance vanuit de overheid een belangrijke rol (Markard, Raven & Tuffer, 2012). Transitiewetenschappers stellen dat leerprocessen aan de grondslag liggen van transities. Door leerprocessen kunnen er namelijk veranderingen ontstaan (Loorbach, 2007). Deze twee elementen, de governance van de overheid en leerprocessen, komen samen in de Green Deal Aardgasvrije Wijken. Een initiatief waarbij 31 gemeenten met hun netbeheerders bezig zijn om één of meerdere bestaande wijken van het aardgas te halen, of een nieuwbouwwijk zonder aardgas aan te leggen. Het is echter nog onduidelijk in hoeverre de Green Deal Aardgasvrije Wijken daadwerkelijk de gelegenheid biedt om sociaal leren binnen de context van de transitie te faciliteren. Het doel van dit onderzoek is inzicht te geven in hoeverre de governance van de transitie de randvoorwaarden biedt voor sociaal leren in een community of practice. De vraag die in dit onderzoek centraal staat is: Hoe beïnvloeden de transitiegovernance activiteiten de randvoorwaarden voor leren in de Green Deal Aardgasvrije Wijken? De deelvragen aan de hand waarvan de hoofdvraag beantwoord zal worden, zijn: • Wat is de Green Deal Aardgasvrije Wijken? • Wat is er in de literatuur bekend o Over de randvoorwaarden voor sociaal leren? o Over de governance van transities? • In hoeverre zijn de randvoorwaarden voor sociaal leren aanwezig binnen de Green Deal? • Hoe beïnvloeden de transitiegovernance activiteiten van het Rijk de randvoorwaarden voor sociaal leren? • Hoe beïnvloeden de transitiegovernance activiteiten van de gemeenten de randvoorwaarden voor sociaal leren? Deze vragen zijn beantwoord door middel van een kwalitatief onderzoek, dat explorerend van aard is. De methoden die in dit onderzoek zijn toegepast zijn: desk research, literatuuronderzoek, interviews en participerende observatie. De Green Deal Aardgasvrije Wijken is opgezet als een Community of Practice van Rijksoverheid, gemeenten en stakeholders, met als belangrijk doel het kennisdeling en -ontwikkeling op het gebied van de warmtetransitie. De Green Deal betreft 31 gemeenten, hun netbeheerders, het Ministerie van Economische Zaken, Infrastructuur en Milieu en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Netbeheer Nederland, IPO en VNG. Dit zijn de partijen in de Green Deal. Er zijn ook partners, dit zijn gemeenten die indirect betrokken zijn en (maatschappelijke) organisaties die zich bezighouden met dit vraagstuk. De partners van de deal vallen volledig buiten de scope van het onderzoek en wat betreft de partijen ligt de focus op de gemeenten. De Green Deal is gestart in maart 2017, en heeft een looptijd van 2 jaar. In dit onderzoek is er alleen gekeken naar de periode maart 2017-november 2017. In deze thesis is gebruik gemaakt van het transitiegovernance model van Loorbach (2007). Dit model maakt onderscheid in vier typen transitiegovernance activiteiten die nodig zijn binnen een transitie. Deze typen zijn: strategisch, tactisch, operationeel en reflexief. Daarnaast heb ik voortgebouwd op de concepten van Wenger (2000) over Communities of Practice. In dit onderzoek ligt de nadruk op de concepten Joint Enterprise, Mutual Engagement en Shared Enterprise. Joint Enterprise is het niveau van leerenergie binnen de community, Mutual Engagement is de mate waarin er sprake is van wederzijdse betrokkenheid en Shared Repertoire draait om het opbouwen van praktijkervaring en hierop kunnen reflecteren. Door middel van deze concepten is namelijk een eerste voorzet gegeven voor wat de voorwaarden zijn voor sociaal leren binnen een community of practice (Wenger 2000). Ook wordt er gebruik gemaakt van de uitwerking van de concepten van Wenger door Akkerman et al. (2008). Uit de analyse van de data bleek dat voor de randvoorwaarden Joint Enterprise, Mutual Engagement en Shared Repertoire specifieke voorwaarden konden worden geformuleerd. Deze staan vermeld in Figuur 1, onder de randvoorwaarden waar ze onder vallen. In deze thesis is per voorwaarde gekeken in hoeverre aan deze voorwaarde is voldaan binnen de Green Deal. Op basis hiervan is de conclusie getrokken dat aan geen van de randvoorwaarden Joint Enterprise, Mutual Engagement of Shared Repertoire volledig wordt voldaan. Uit de analyse van de transitiegovernance activiteiten van het Rijk bleek dat deze invloed hebben op de randvoorwaarden voor leren. Zo heeft een strategische transitiegovernance activiteit invloed op de voorwaarde gedeelde leervragen. Ook tactische en operationele transitiegovernance activiteiten van het Rijk hebben invloed op die voorwaarde. De strategische en de tactische activiteiten hebben een negatieve invloed, waar de operationele governance activiteiten juist een positieve invloed hebben. Operationele governance activiteiten hebben ook een positieve invloed op drie andere voorwaarden voor sociaal leren, namelijk gelegenheid om in interactie te leren; communicatiemiddelen en het verzamelen en beschikbaar maken van inzichten. Ook het uitblijven van operationele governance activiteiten heeft invloed op voorwaarden voor sociaal leren, namelijk: wederkerigheid, kennisbehoeften en of er voldoende ervaringen waaruit geleerd kan worden. Strategische en tactische governance activiteiten van het Rijk hebben alleen invloed op de randvoorwaarde Joint Enterprise. Operationele governance activiteiten van het Rijk hebben invloed op alle randvoorwaarden: Joint Enterprise, Mutual Engagement en Shared Repertoire. De invloed van de transitiegovernance activiteiten van de gemeenten is ook geanalyseerd. Hieruit bleek dat de transitiegovernance activiteiten van de gemeenten maar in zeer beperkte mate invloed hebben op de voorwaarden voor sociaal leren. De voornaamste reden hiervoor is dat de gemeenten weinig transitiegovernance activiteiten hebben uitgevoerd. Vanuit strategische governance activiteiten is er geen invloed op de voorwaarden voor sociaal leren. Tactische en operationele governance activiteiten van de gemeenten hebben wel invloed op de voorwaarde voldoende ervaringen. Dit komt doordat er door het uitvoeren van deze activiteiten ervaringen zijn opgedaan, die gedeeld kunnen worden met anderen. Dit betekent dat de governance activiteiten van de gemeenten alleen invloed hebben op de randvoorwaarde Shared Repertoire. Uit deze thesis blijkt dat transitiegovernance activiteiten van Rijk en gemeenten invloed hebben op de randvoorwaarden voor sociaal leren binnen de Green Deal Aardgasvrije Wijken. Ook blijkt dat de voorwaarden waar expliciet op gestuurd is, in grotere mate aanwezig zijn dan de voorwaarden waar dit niet het geval is. In een paar gevallen blijkt zelfs de afwezigheid van transitiegovernance activiteiten een negatief effect te hebben op de voorwaarden. Hieruit kan afgeleid worden dat er door middel van transitiegovernance activiteiten gestuurd zou moeten worden op de (rand)voorwaarden van sociaal leren, om er zeker van te zijn dat deze voldoende aanwezig zijn binnen Communities of Practice. Een tweede conclusie die uit dit onderzoek getrokken kan worden, is dat de transitiegovernance activiteiten van de gemeenten gedeeltelijk afhankelijkheid zijn van de transitiegovernance activiteiten van het Rijk. Deze afhankelijkheid heeft een negatieve invloed op de randvoorwaarden voor sociaal leren. Dit komt doordat het Rijk door wetgeving, financieringsconstructies en het uitdragen van het probleem, de condities creëert waarbinnen geleerd kan worden. Als deze condities er niet zijn, is het voor gemeenten lastig om hierover te leren.

Dr.ir. J. Eshuis, Prof.dr. A.J. Steijn
hdl.handle.net/2105/51036
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Bastiaansen, Veerle. (2019, September 20). Leren binnen Transitieprocessen. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/51036