De noodzaak voor interdepartementale samenwerking rondom bepaalde technologieën speelt een steeds grotere rol bij medewerkers in de publieke sector. Daartoe zijn recentelijk tal van initiatieven opgestart, waaronder het vormen en onderhouden van publieke technologie communities of practice (CoP’s). Deze CoP’s draaien om het kennisdelen en samenwerken op een specifiek technologie- onderwerp. In deze CoP’s wordt laterale kennisontwikkeling gestimuleerd buiten de structuren en procedures van organisaties. Dit onderzoek gaat in op de wijze waarop kennis wordt gedeeld binnen CoP’s. Specifiek wordt gekeken naar de factoren die kennisdeling binnen deze CoP’s belemmeren of stimuleren. Hiertoe worden twee publieke technologie CoP’s onderzocht: het Netwerk Digitale Simulaties (NDS) en de Quantum Innovation Hub Rijksoverheid (QIHR). In dit onderzoek zijn vier factoren ontdekt die een negatief effect lijken te hebben op kennisdeling in startende publieke technologie CoP’s. Concreet komt uit dit onderzoek naar voren dat de hiërarchische inrichting van de rijksoverheid bepalend lijkt te zijn voor het succes en de mate van kennisdeling in de bestudeerde CoP’s. Hiërarchie lijkt vooral een negatieve impact te hebben; het gebrek aan mandaat en eigenaarschap, structurele middelen en ruimte lijken hier een grote rol in te spelen. Een tweede belangrijke factor, naast hiërarchie, is urgentie. Een gebrek aan urgentie lijkt een kennisdeling binnen publieke technologie CoP’s te belemmeren. De urgentie hangt sterk samen met (het ontbreken van) politieke aandacht voor specifieke onderwerpen waar de CoP’s mee te maken hebben. Andere belangrijke patronen met een negatieve impact op kennisdeling zijn kortetermijndenken binnen organisaties die betrokken zijn bij de CoP’s en de context van de huidige Covid-19 pandemie. Een derde belemmerende factor heeft betrekking tot beperkingen in communicatie en samenwerking. De slechte verbinding met betrokkenen bij de onderwerpen waar de bestudeerde CoP’s mee te maken hebben, het gebrek aan een geschikte communicatiemiddel en contextuele beperkingen zoals de onmogelijkheid tot fysieke ontmoetingen vanwege Covid-19 vormen een verklaring voor de beperkingen in communicatie en samenwerking binnen publieke technologie CoP’s. De vierde belemmerende factor heeft betrekking tot de aard van de materie waar deze CoP’s mee te maken. Zo lijkt kennisdeling binnen het NDS en de QIHR te zijn belemmerd door de complexiteit en ambiguïteit van de onderwerpen waar deze CoP’s mee te maken hebben. Het kennisniveau en het beperkte vermogen om kennis te absorberen spelen daarbij ook een bepalende rol. In dit onderzoek zijn vier factoren ontdekt die een positief effect lijken te hebben op kennisdeling in startende publieke technologie CoP’s. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de aanvullende perspectieven en kennisgebieden waar deze CoP’s rekening mee houden een stimulerend effect lijken te hebben op de mate van kennisdeling binnen deze CoP’s. Diversiteit aan kennis en ervaringsgebieden waardoor vraagstukken globaler kunnen worden aangepakt en het vermogen om kennisbehoeftes te signaleren en om daarvan te leren lijken daarbij van invloed te zijn. Een tweede factor dat een positief effect lijkt te hebben op de mate waarop kennis wordt gedeeld in de bestudeerde CoP’s is het enthousiasme en gedrevenheid van deelnemers. Verhoogde kennisdeling door het interesse en motivatie van deelnemers aan de CoP’s NDS en QIHR, de samenstelling van deze CoP’s en de kans om bij te dragen aan maatschappelijke doelstellingen vormen een verklaring voor deze factor. Het derde geïdentificeerde stimulerende factor is de dynamiek in de bestudeerde CoP’s. Een dynamiek waarbij CoP-deelnemers elkaar vertrouwen en respect en begrip voor elkaar tonen om open discussies met elkaar te kunnen voeren lijkt kennisdeling in sterke mate positief te beïnvloeden. De vierde Pagina | 4 geïdentificeerde stimulerende factor heeft betrekking tot de flexibele inrichting van de bestudeerde CoP’s. De informele structuur van deze CoP’s lijkt flexibiliteit en vrijheid te bieden aan CoP-deelnemers, waardoor de deelname aan CoP’s als laagdrempelig wordt ervaren. Kennisdeling lijkt hierdoor op een positieve wijze te zijn beïnvloed. Bovenstaande conclusies zijn tot stand gekomen aan de hand van een literatuurstudie over kennisdeling in en tussen (publieke) organisaties en in (publieke) CoP’s. Er zijn daarnaast twee interviews met zes deelnemers van in totaal twee CoP’s – het NDS en de QIHR – en twee focusgroepen afgenomen. Er zijn tot slot observaties gedaan van interne bronnen van de CoP’s en van organisaties betrokken bij deze CoP’s. De bevindingen uit dit onderzoek wijzen verder op de noodzaak voor vervolgonderzoek naar kennisdeling in publieke technologie CoP’s. Daarnaast onderstrepen de conclusies van dit onderzoek de waarde van het creëren en onderhouden van publieke technologie CoP’s voor een verantwoorde omgang met technologie binnen de publieke sector. Hiervoor zijn investeringen in middelen en capaciteit ten behoeve van een vruchtbare kennisdelings- en samenwerkingsklimaat binnen deze CoP’s van cruciaal belang. Nadere aanbevelingen voor vervolgonderzoek en voor de praktijk van technologie CoP’s worden in de conclusie van dit onderzoek gedaan.

Dr. V. Homburg, Dr. S. Taal
hdl.handle.net/2105/56243
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Júlia Ortí. (2021, March 11). ‘To share or not to share, that is the question’. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/56243