Dit onderzoek richt zich op sensing, de inzet van sensoren, door gemeenten in de publieke ruimte. Het doel van het onderzoek was te bepalen welke factoren de acceptatie van burgers beïnvloeden in het geval van vier verschillende typen sensoren. Door middel van een literatuuronderzoek naar de adoptie van technologie in algemene zin en sensing in het bijzonder is een zevental hypothesen opgesteld. Deze hypothesen veronderstelden relaties tussen acceptatie en perceived usefulness, perceived risk, vertrouwen in technologie, vertrouwen in de overheid, anxiety en sociale invloed. Van de emotionele houding naar de sensor toe werd verwacht dat deze een mediërende rol zou spelen bij perceived risk en anxiety. Om de invloed van deze factoren op de acceptatie van verschillende sensoren te testen is een kwadrant opgesteld op basis van impact en anonimiteit. De vier sensoren in dit kwadrant waren luchtkwaliteitssensoren, ondergrondse huisvuilcontainers, slimme straatverlichting en camera’s met gezichtsherkenning. De hypothesen zijn vervolgens getoetst door de afname van een survey onder 215 respondenten, allen inwoner van Nederland. De respondenten hebben een vragenlijst met 22 stellingen per sensor en nog 4 stellingen met betrekking tot vertrouwen in de overheid beantwoord. De kwantitatieve data die deze survey opleverde is vervolgens statistisch geanalyseerd met, afhankelijk van de veronderstelling in de hypothese, multipele hiërarchische regressieanalyse en mediatieanalyse. De conclusie van het onderzoek is dat de acceptatie verschilt per type sensor. Camera’s met gezichtsherkenning zijn veel minder geaccepteerd dan de andere drie typen sensoren. Er zijn verschillende determinanten die inwerken op de acceptatie van de specifieke sensoren. Perceived usefulness, vertrouwen in technologie en anxiety zijn bij alle typen sensoren van invloed op de acceptatie, maar de mate waarin ze bepalend zijn, verschilt per type sensor. Voor luchtkwaliteitssensoren en ondergrondse huisvuilcontainers is vooral perceived usefulness verklarend. De acceptatie van slimme straatverlichting wordt vooral verklaard door het vertrouwen in de technologie. De acceptatie van camera’s met gezichtsherkenning wordt het sterkst verklaard door de angst die men heeft voor deze sensor.