Het onderzoek beschouwt door middel van kwantitatief en kwalitatief onderzoek (gemixte methode) de invloed van de bureaucratie op de werkzaamheden van boundary spanners bij één van de Nederlandse ministeries. Samenwerking en onderlinge verbondenheid worden binnen de overheid steeds belangrijker bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken die niet meer binnen de verantwoordelijkheden van één directie passen (Groeneveld, 2016; Sanderson, 2006). Boundary spanners weten over de grenzen van directies heen te treden en dienen als tussenpersoon en verbinder die onderlinge samenwerking tussen directies weten te stimuleren (Van Meerkerk & Edelenbos, 2014). Bureaucratie werpt daarentegen juist grenzen op en zorgt onder andere voor specialisatie en fragmentatie waarbij de directies juist focussen op hun eigen werkzaamheden en de verbinding niet opzoeken (Nederhand et al., 2018). Het onderzoek bekijkt daarom of de boundary spanners in deze organisatievorm nog steeds hun twee typerende werkzaamheden (Aldrich & Herker, 1977) kunnen uitvoeren. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: Op welke wijze beïnvloedt bureaucratie de werkzaamheden van boundary spanners bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat? Om een antwoord op deze vraag te krijgen is binnen het onderzoek een wetenschappelijke basis gelegd op basis waarvan het onderzoek kon worden uitgevoerd. Deze wetenschappelijke basis behandelde de beschikbare kennis over, van, voor bureaucratie en boundary spanners in de publieke sector en schetste het verwachte verband tussen de twee kernbegrippen. Empirische data werd gegenereerd door gebruik te maken van een gemixte methode waarbij de werknemers van vier specifiek geselecteerde directies werden onderzocht. Ten eerste werd bij deze vier directies een enquête verspreid welke het verband tussen de bureaucratische organisatiekenmerken en de werkzaamheden van boundary spanners onderzocht. Naar aanleiding van de enquête zijn vier verdiepende interviews gehouden waarbij elke directie werd vertegenwoordigd. Uit het kwantitatieve onderzoek waar 54 respondenten aan deelnamen (26% van de gehele onderzoekspopulatie) bleken geen significante verbanden te bestaan tussen de bureaucratische organisatiekenmerken en de informatieverwerkingsfunctie en externe vertegenwoordigingsfunctie, de twee werkzaamheden van boundary spanners. Opvallend was de hoge mate van ervaren taakverdeling en specialisatie en lage mate van ervaren hiërarchie door de boundary spanners. Uit het kwalitatieve onderzoek bleek in aanvulling op de kwantitatieve resultaten op welke wijze de twee werkzaamheden van boundary spanners worden uitgevoerd. De informatieverwerkingsfunctie wordt voornamelijk uitgevoerd door informatie te selecteren en filteren op relevantie en prioriteit. Dit doen boundary spanners met het oog op de eigen directie. Bij de externe vertegenwoordigingsfunctie lijkt het belangrijk te zijn dat de boundary spanner kan vertegenwoordigen vanaf het juiste hiërarchische niveau in de organisatie. Aanvullend op de bestaande wetenschappelijke literatuur concludeert dit onderzoek dat boundary spanners geen sterke invloed van bureaucratische organisatiekenmerken ervaren. Kwantitatief onderzoek wijst aan dat in deze onderzoekscontext geen verband bestaat tussen de bureaucratie en de werkzaamheden van de boundary spanners. Dat boundary spanners weinig invloed ervaren van de hiërarchische structuur kan duiden op voldoende autonomie en manoeuvreerruimte voor de werkzaamheden die zij uitvoeren. Anderzijds is het mogelijk dat zij om de belemmering van hiërarchie heen kunnen werken. Binnen deze bureaucratische organisatie kunnen boundary spanners dus functioneren en zorgen voor onderlinge verbinding tussen directies waarbij onderlinge afhankelijkheid wordt ondervangen. Uiteindelijk komt dit de aanpak van maatschappelijke vraagstukken ten goede. De wetenschappelijke aanbevelingen van het onderzoek bevatten een voorstel voor een vervolgonderzoek. Het onderzoek dat voor u ligt is namelijk zeer select omgegaan met het selecteren van de onderzoekspopulatie. Daarnaast is het onderzoek voornamelijk verkennend te noemen en behoren de conclusies ondersteund te worden door een uitbreiding van de dataset. Daarbij is binnen dit onderzoek geen vergelijking gemaakt tussen boundary spanners en niet boundary spanners. Praktische aanbevelingen focussen zich onder andere op de rol van leidinggevenden. Zij behoren vanwege hun belangrijke positie de identificatie van boundary spanners op zich nemen en de bekendheid van de boundary spanner vergroten. Daarnaast kunnen zij boundary spanners helpen door het geven van ondersteuning en feedback, autonomie en manoeuvreerruimte. Dit komt de effectiviteit van boundary spanners ten goede.

Dr.ir. J. Eshuis, Dr. J. Willems
hdl.handle.net/2105/56305
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Marijn Stouten. (2020, July 31). De publieke boundary spanners en de passage van bureaucratie. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/56305