Baas in eigen wijk Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt een onderzoek naar de invloed van de digitalisering in het werk op de taakinhoud en taakautonomie van wijkagenten. Met dit onderzoek rond ik de master Management van Human Resources en Verandering af. Hiervoor heb ik stage gelopen binnen de Nationale Politie bij de directie Operatiën. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden waarin de wereld zich bevond ten tijde van dit onderzoek met betrekking tot de COVID-19 pandemie, heb ik echter veelal thuis gewerkt. Ik heb hierin veel vrijheid gekregen en ondersteuning wanneer nodig. Hiervoor wil ik graag een aantal mensen bedanken. Allereerst mijn stagebegeleider vanuit de Nationale Politie, Hugo Passchier. Door mij aan het begin van mijn stageperiode mee te nemen naar verschillende vergaderingen en bijeenkomsten, kreeg ik direct een overzicht van het werk van wijkagenten. Dit zorgde ervoor dat ik mijn onderzoek direct goed kon starten. Daarnaast wil ik graag mijn scriptiebegeleidster, Brenda Vermeeren, bedanken. Dankzij haar inzet en uitgebreide feedback heb ik mijn onderzoek kunnen aanpassen en verbeteren tot een product waar ik trots op ben. Verder wil ik Vincent Homburg bedanken voor zijn rol als tweede lezer, waarin hij mij van constructieve feedback heeft voorzien. Ik heb mijn onderzoek hierdoor naar een hoger niveau kunnen tillen. Daarnaast wil ik mijn medestudenten uit de scriptiekring bedanken voor hun feedback. Tot slot wil ik graag mijn vrienden, familie en Michiel bedanken voor hun support tijdens het schrijven van dit onderzoek. Door het vele nalezen heb ik mijn onderzoek kunnen aanscherpen. Met trots rond ik de master Management van Human Resources en Verandering af en ik wens u veel leesplezier toe! Claire van der Goes Honselersdijk, 5 augustus 2020 Samenvatting Doel: De huidige samenleving wordt gekenmerkt door de steeds grotere invloed van digitalisering. Het is voor wijkagenten van groot belang om mee te gaan in de ontwikkelingen omtrent digitalisering, omdat zij in direct contact staan met burgers en zij zich via digitalisering bij de belevingswereld van burgers kunnen aansluiten. In het Inrichtingsplan Nationale Politie is geconcretiseerd dat wijkagenten 80% van hun tijd werkzaamheden in of voor de wijk dienen te verrichten en 20% van hun tijd reguliere politietaken dienen te verrichten (Politie, 2012). Dit wordt ook wel de 80%-norm genoemd (Politie, 2018). Echter, door de huidige ontwikkelingen omtrent de digitalisering in het werk ondergaat de taakinhoud en taakautonomie van wijkagenten mogelijk een transformatie (Van Lakerveld, Gussen, Stoutjesdijk, Tönis, & De Zoete, 2017). Het doel van dit onderzoek is om hier voor de Nationale Politie inzicht in te verkrijgen, omdat hierdoor de 80%-norm mogelijk dient te worden herzien (Politie, 2018). Om dit doel te behalen, staat de volgende hoofdvraag centraal: ‘’Hoe beïnvloedt de digitalisering in het werk de taakinhoud en taakautonomie van wijkagenten?’’ Theorie: Taakinhoud wordt door Langfred en Moye (2004) getypeerd als het soort taken dat een medewerker verricht (p. 934). Er zijn vier taken die wijkagenten kunnen verrichten in hun werk: productie taken, procedurele taken, ambachtelijke taken en coping taken (Wilson, 1989). Taakautonomie wordt door Langfred en Moye (2004) getypeerd als de vrijheid omtrent de wijze waarop een medewerker een taak verricht (p. 934). Er zijn vier vormen van taakautonomie die wijkagenten kunnen ervaren in hun werk: taken rantsoeneren, interacties structureren, de uitvoer van taken structureren en collega’s inzetten (Lipsky, 1980). Digitalisering wordt door Moore, Akhtar en Upchurch (2018) getypeerd als het proces waardoor taken via digitale hulpmiddelen worden verricht (p. 17). Methode: In dit onderzoek is gebruik gemaakt van twee kwalitatieve methoden: een focusgroep en semigestructureerde diepte-interviews. De focusgroep heeft plaatsgevonden gedurende de bijeenkomst tussen het Landelijk Platform Professie Wijkagenten en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Bij deze focusgroep waren twintig wijkagenten uit het hele land aanwezig. Naar aanleiding van onder andere de focusgroep is ervoor gekozen om in dit onderzoek digitalisering te kaderen als het gebruik van social media websites en de Mobiel Effectiever Op Straat-app (MEOS-app) door wijkagenten in hun werk (Lakerveld et al., 2017). De focusgroep heeft daarnaast hulp geboden bij het maken van het operationalisatieschema en de interviewguide en biedt op deze manier input voor de semigestructureerde diepte-interviews. Er zijn in totaal negentien semigestructureerde diepte-interviews afgenomen met Nederlandse wijkagenten. Empirische bevindingen en analyse: De analyse van de empirische bevindingen laat zien dat social media websites door middel van informatiedeling met burgers, door meldingen die door burgers worden gedaan via social media websites en als informatiebronnen zorgen voor het verrichten van de vier taken van de taakinhoud van wijkagenten. De MEOS-app zorgt door middel van vaste registratiesystemen, als informatiebron en door informatiedeling met partners voor het verrichten van de vier taken van de taakinhoud van wijkagenten. Social media websites en de MEOS-app zorgen als informatiebronnen voor het ervaren van de vier vormen van taakautonomie in het werk van wijkagenten. Social media websites zorgen daarnaast door middel van informatiedeling met partners voor het ervaren van het inzetten van collega’s in het werk van wijkagenten. Aanbevelingen voor vervolgonderzoek: Ten eerste wordt aanbevolen om in vervolgonderzoek nader in te gaan op hoe de digitalisering in het werk de arbeidsomstandigheden van wijkagenten beïnvloedt. Ten tweede wordt aanbevolen om in vervolgonderzoek in te gaan op hoe de invloed van de digitalisering in het werk wordt ervaren door wijkagenten afhankelijk van hun rolopvatting. Ten derde wordt aanbevolen om in vervolgonderzoek te focussen op de invloed van gepersonaliseerde technologie en gestandaardiseerde technologie in het werk op de taakinhoud en taakautonomie van wijkagenten. Ten vierde wordt aanbevolen om in vervolgonderzoek gebruik te maken van een aselecte steekproef om de wijkagenten die deel mogen nemen aan de focusgroep te selecteren. Als laatste wordt aanbevolen om in vervolgonderzoek wijkagenten te selecteren op het aantal jaren dat zij in dienst zijn en deze evenredig terug te laten komen in de steekproef van de semigestructureerde diepte-interviews. Aanbevelingen voor de Nationale Politie: Allereerst wordt er aan de Nationale Politie aanbevolen om de teamchefs met hun wijkagenten in gesprek te laten gaan en te vragen naar hoeveel procent van de tijd zij dienen te besteden aan hun wijk om hun werk goed te kunnen verrichten. Er kan op deze manier per verzorgingsgebied een norm worden opgesteld die past bij de problematiek in het verzorgingsgebied. Hierdoor kan de harde kwantitatieve 80%-norm los worden gelaten. De tweede aanbeveling voor de Nationale Politie is om leermogelijkheden omtrent digitalisering aan te bieden aan al haar wijkagenten. Dit kan mogelijk worden vormgegeven door middel van instructievideo’s en een buddysysteem tussen collega-wijkagenten.

, ,
Dr. B. Vermeeren, Dr. V.M.F. Homburg
hdl.handle.net/2105/56318
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Claire van der Goes. (2020, August 5). Baas in eigen wijk. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/56318