2020-08-10
HET INKOOPPROCES VAN JEUGDHULP: ‘AGENCY THEORY’ EN ‘STEWARDSHIP THEORY’
Publication
Publication
De problemen die door gemeenten en jeugdhulpaanbieders worden ervaren bij het inkoopproces van jeugdhulp geanalyseerd aan de hand van het principaal-agent model en het principaal-steward model.
Vijf jaar na de decentralisatie van het sociaal domein lijken gemeenten en jeugdhulpaanbieders nog altijd te worstelen met hun rol als opdrachtgever en opdrachtnemer bij het inkoopproces van jeugdhulp. Financiële tekorten op de gemeentelijke jeugdhulpbegroting, wantrouwen tussen gemeente en jeugdhulpaanbieder en een hoge administratieve verantwoordingslast zijn eerder regel dan uitzondering en lijken kenmerkend te zijn voor de problematische verhouding tussen gemeente en jeugdhulpaanbieder. Dit onderzoek tracht de problemen die gemeenten en jeugdhulpaanbieders ervaren bij de inkoop van jeugdhulp te verklaren met behulp van twee bestuurskundige modellen die het gedrag van opdrachtgever en opdrachtnemer in een contractuele relatie verklaren: het principaal-agent model en het principaal-steward model. Het principaal-agent model veronderstelt dat er een belangenconflict is tussen opdrachtgever (principaal) en opdrachtnemer (agent) en dat er sprake is van een informatie-asymmetrie tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer, waarbij de principaal de agent extensief controleert en monitort zodat de agent zich niet vrij waant voor ‘opportunistisch gedrag’. Het principaal-steward model gaat daarentegen uit van vertrouwen als basis voor een lange-termijn partnerschap gericht op het behalen van dezelfde doelen, waarbij de principaal de nodige autonomie aan de steward verschaft en de steward deze ruimte gebruikt om de gezamenlijke doelen zo goed mogelijk na te streven. De theoretische verklaring voor de inkoopproblematiek vanuit het agency-model is dat de gemeente (lees: principaal) niet beschikt over de juiste informatie ten aanzien van het handelen van de jeugdhulpaanbieder. De prestaties van jeugdhulpaanbieders zouden immers niet goed op outcome-niveau gemeten kunnen worden en ook de informatiepositie van gemeente is beperkt, omdat gemeenten niet de specialistische kennis hebben om de kwaliteit van de geboden jeugdhulp vast te stellen. De theoretische verklaring voor de inkoopproblematiek vanuit het stewardship-model is dat er een fundamenteel gebrek is aan vertrouwen tussen de gemeente en jeugdhulpaanbieder wat wordt veroorzaakt door de politieke druk tot controle en voorspelbaarheid en de risico-averse houding van publieke managers. Om de problemen in de contractuele relatie tussen gemeente en aanbieder te verklaren zijn er semigestructureerde interviews afgenomen met (wetenschappelijke) inkoopadviseurs, beleidsmedewerkers bij gemeenten, (beleid)medewerkers van jeugdhulpaanbieders en een aantal inkoop-en contractmanagers van regionale inkooporganisaties. Bovendien zijn er verschillende documenten geanalyseerd, zoals inkoopevaluaties, rekenkamerrapporten en onderzoeksrapportages.
Additional Metadata | |
---|---|
Prof.dr. M. Fenger, Dr. R. Moody | |
hdl.handle.net/2105/56416 | |
Public Administration | |
Organisation | Erasmus School of Social and Behavioural Sciences |
Pim Grootenboer. (2020, August 10). HET INKOOPPROCES VAN JEUGDHULP: ‘AGENCY THEORY’ EN ‘STEWARDSHIP THEORY’. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/56416
|