Nederland kampt met een groeiend aantal tekort aan docenten (Ministerie van Cultuur, Onderwijs en Wetenschap, 2017). Een van de grootste oorzaken hiervan is dat de werkdruk hoog ligt in de onderwijssector (Wit, 2006). Een oplossing om de werkdruk te verlagen kan een samenwerkingsverband tussen collega’s zijn. Samenwerken kan zorgen voor meer efficiëntie en een verdeling van de taken en lasten. Om de werkdruk te verlagen is in schooljaar 2019-2020 op het Scheepvaart en Transport College (STC) gestart met een pilot van een samenwerkingsverband tussen een mentor en een loopbaanadviseur (LOB’ er) op één klas. Het doel van dit onderzoek is om aanbevelingen te doen aan het STC over de samenwerking, door een analyse van samenwerking op werkdruk uit te voeren. Dit wordt onderzocht aan de hand van mixed methods, een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek waarbij de vraag ‘Wat is de invloed van de samenwerking op de werkdruk van docenten op het Scheepvaart en Transport College?’ wordt beantwoord. Uit de theorie is gebleken dat samenwerking zowel een positieve als negatieve invloed kan hebben op de werkdruk. Daarnaast zorgt samenwerking voor het veranderen van het takenpakket, wat weer invloed heeft op de werkdruk. Ook hebben de moderators persoonskenmerken en leermogelijkheden invloed op de relatie tussen samenwerking en werkdruk. Onder de mentoren en LOB’ ers is een enquête uitgezet. Van de huidige 63 docenten (die de rol mentor en/of LOB ’er vorig jaar vervulden), hebben 58 docenten de enquête ingevuld. Derhalve was de response-rate ruim 92%, dit is zeer mooi en aanzienlijk waardoor het een goede representatie is van de populatie binnen STC. Ook zijn twaalf diepte-interviews afgenomen. Hieruit komt sterk naar voren dat kaders en richtlijnen vanuit het management gemist worden. Door het coderen is er een inductieve bijvangst die aangeeft dat er een extra variabele bij het originele theoretische model hoort. Op basis hiervan zou het nieuwe model ‘kaders en richtlijnen’ en ‘faciliteiten’ als moderators erbij hebben. Ook komt alleen het persoonskenmerk ‘perfectionisme’ na het onderzoek sterk naar voren. Uit dit onderzoek blijkt dat bij hogere samenwerking werkdruk toeneemt, maar als de tijd die de docent kan besteden aan (overige) taken hoger wordt ervaren, dat dan de werkdruk afneemt. Uit de resultaten blijkt er tevens sprake te zijn van een mediatie effect van taakinhoud op de relatie. Er lijkt echter geen sprake te zijn van persoonskenmerken als moderator bij de relatie tussen samenwerking en taakinhoud. De werkdruk wordt hoger ervaren dankzij het samenwerkingsverband tussen een mentor en LOB’ er. Door te richten op de relatie samenwerking-taakinhoud-werkdruk, in plaats van samenwerking-werkdruk, kan getracht worden om de werkdruk te verlagen. Ook kan het beter communiceren, het aanbieden van kaders en richtlijnen, het aanbieden van faciliteiten en vervolgonderzoek een bijdrage leveren aan een verlaging van de ervaren werkdruk onder de docenten op het Scheepvaart en Transport College.