In een wereld waarin data overal lijkt te zijn, is het opvallend dat er weinig inzicht is over wat effectieve en budgetverantwoorde hulp is binnen het Sociaal Domein van de Nederlandse gemeenten. De belofte dat data inzicht geeft, lijkt nog beperkt waarheid te worden. Welzijnsorganisaties die de jeugdwet uitvoeren, kunnen baat hebben bij de inzet van data voor (toekomstige) ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden om budgetverantwoorde en effectieve hulp in te zetten. Doordat er sprake is van grote budgettekorten en de wens voor een transformatie binnen de sector is er behoefte aan nuttige informatie die kan worden ingezet voor betere besluitvorming. Een belangrijke innovatie voor het mogelijk kunnen maken van datagedreven sturing is de beschikbaarheid van dashboards. Dit is een business intelligence tool (BI-tool) die benut kan worden voor het verbeteren van de bedrijfsvoering van een organisatie. Binnen de Nederlandse welzijnssector blijkt er nog beperkt gebruik te worden gemaakt van deze dashboards. Dit kwalitatieve en verklarende onderzoek richt zich op verklaringen van de verschillen tussen welzijnsorganisaties. De onderzoeksvraag luidt: ‘Welke verschillen qua adoptie van (interne) dashboards bestaan er tussen jeugdhulporganisaties, en hoe kunnen deze verschillen worden verklaard?’ De gevonden verklaringen worden toegelicht en uitgelegd binnen de negen beschreven patronen. De beperkende en versterkende patronen verklaren waarom casusorganisatie A zich bevindt in de fase ‘in ontwikkeling, maar loopt enigszins vast’ en waarom casusorganisatie B volop in ontwikkeling lijkt te zijn.