Met de moderniteit ontwikkelden zich nieuwe denkbeelden over de mens vanwaaruit zich twee tegenpolen kristalliseerden: een naturalistisch- en humanistisch mensbeeld. Mensbeelden die via het denken daarover mede bepalend zijn voor de maatschappelijke orde. Mede, omdat zintuigelijke ervaring, denken, handelen en verbale- en technische vermogens in een voortdurend proces van onderlinge beïnvloeding vorm geven aan samenlevingen en omgevingen waarbinnen die samenlevingen existeren. De westerse democratische orde baseert zich in haar politieke rechtvaardiging op het humanistisch mensbeeld. Een mensbeeld dat onder invloed van wetenschappelijke ontwikkelingen, maar ook door de gevolgen van menselijk handelen aan geloofwaardigheid verliest. Reden om zich terwille van de politieke besluitvorming te bezinnen op dat mensbeeld.