Radicaal rechtse partijen hebben in de afgelopen jaren veel succes behaald. Een van de redenen voor het succes is de aantrekkingskracht die deze partijen hebben op de media. Het meer voorkomen in de media heeft als gevolg dat deze partijen niet meer als buitenbeentjes worden gezien, maar steeds normaler worden. Mogelijk gevolg van het normaler worden van de partijen is dat de standpunten normaliseren. Een van die standpunten is de houding tegenover immigranten uit islamitische landen als Marokko en Turkije. In Nederland wordt er regelmatig gesproken over een ‘Marokkanen-probleem’, doelend op de problemen die Marokkaanse jongeren zouden veroorzaken. Daarnaast wordt er gewezen op de culturele verschillen door radicaal rechtse partijen. Deze negatieve houding tegenover de islam wordt bestempeld als islamofobie. Doordat radicaal rechtse partijen normaler worden is het mogelijk dat islamofobie ook genormaliseerd wordt. Dit is onderzocht in deze scriptie. Aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse is onderzocht of er sprake is van normalisering van islamofobie. Er zijn drie kranten vergeleken: De Telegraaf, Algemeen Dagblad en de Volkskrant. Deze kranten zijn vergeleken in drie periodes, driemaal een periode rond een Tweede Kamerverkiezing. Het gaat om de Tweede Kamerverkiezingen in 2006, 2010 en 2017. Drie verkiezingen waarbij de PVV, een radicaal rechtse partij, succes behaalde. Vier indicatoren van normalisering zijn gemeten in de verschillende periodes om te bepalen of er sprake is van normalisering van islamofobie: de toon in de artikelen, de gebruikte frames, de associatie met politiek en wie er aan het woord komen. Uit het onderzoek is gebleken dat de toon deels negatiever is geworden door de tijd. Het beeld van de islam is namelijk negatiever geworden door de tijd, terwijl de algehele toon in de artikelen niet is veranderd. Daarnaast is gebleken dat politieke partijen door de tijd meer geassocieerd worden met de islam. Deze twee ontwikkelingen wijzen op islamofobie, omdat er een negatiever beeld gegeven wordt van de islam. Aan de andere kant is er gebleken dat de gemeten frames niet zijn veranderd. Er is gekeken naar twee negatieve frames: het wij-zij frame en het demoniseringsframe. De aanwezigheid van beide frames is niet veranderd. Daarnaast zijn vijf immigratieframes onderzocht. Alle vijf frames gaan over de integratie en de plek in de samenleving van de islam. Van deze frames is maar één frame toegenomen in aanwezigheid. Dit duidt dus niet op normalisering. Daarbij komt dat wanneer er gekeken wordt naar wie er aan het woord komen er weinig veranderd. Moslims en islamitische instituten komen niet minder aan het woord door de tijd. Dit duidt dus niet op normalisering van islamofobie. Twee van de indicatoren wijzen wel op normalisering en twee niet. Er is dus geen eenzijdig antwoord te geven op de vraag of er sprake is van normalisering van islamofobie. Het antwoord ligt genuanceerd.

, , , , , ,
Aalberts, C.
hdl.handle.net/2105/57262
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Bastiaans, Jelmer. (2020, June 29). Normalisering van islamofobie: feit of fabel? Een onderzoek naar de mogelijke normalisering van islamofobie in de Nederlandse media. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/57262